De raad voor maatschappelijk welzijn bepaalt de voorwaarden waaronder de financieel directeur de controle op de wettigheid en regelmatigheid van de voorgenomen verbintenissen uitoefent. De raad voor maatschappelijk welzijn kan ook bepaalde categorieën van verrichtingen uitsluiten van de visumverplichting.
De financieel directeur adviseert om de uitgaven die niet uitgesloten kunnen worden van de visumverplichting, zoals bepaald in art. 99 van het Besluit van de Vlaamse regering betreffende de beleids- en beheerscyclus van 30 maart 2018, te hanteren als leidraad voor de voorwaarden van de visumplicht.
Verbintenissen die niet onder de visumplicht vallen moeten uiteraard wel rekening houden met de regels zoals bepaald in de organisatiebeheersing.
Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikels 177, 266 en 267
Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen van 30 maart 2018;
In het voormalig OCMW-decreet werd bepaald wanneer de financieel beheerder een visum moest geven.
In het decreet lokaal bestuur wordt vermeld dat de raad invulling moet geven aan de voorwaarden wanneer een uitgaande nettokasstroom is onderworpen aan een voorafgaand visum, voordat enige verbintenis kan worden aangegaan.
Door de gevolgen van het deceet lokaal bestuur, waardoor gemeente- en OCMW-bestuur een geïntegereerde werking hebben, is het raadzaam om ook dezelfde invulling te geven aan de voorwaarden van de visumplicht.
De Raad voor Maatschappelijk Welzijn besluit, met 16 stemmen voor (Dieter Wouters, Mai Van Thillo, May Aernouts, Sus Vissers, Kris Van Looveren, Rit Luyckx, Katrin Kempenaers, Pieter Cools, Lynn Vermeiren, Els Van Hasselt, Leo Geysen, Ilke Pompen, Roger Aernouts, Thijs Ruts, Glenn Verelst en Jan Van Looveren) en 11 stemmen onthouding (Koen Van Putte, Amber Vermeiren, Ben Gagelmans, Jos van Hasselt, Marc Vanden Branden, Petra Laccroix, Carrera Neefs, Jasmijn Meirsman, Wim Vorsselmans, Karen Anthonissen en Harry Smeulders).
De verrichtingen met een uitgaande nettokasstroom zijn uitgesloten van visumverplichting:
De aanstellingen van personeel die verplicht onderworpen zijn aan voorafgaand visum:
Uitzonderingen op deze visumplicht voor personeel:
De financieel directeur beschikt over een termijn van maximum 20 kalenderdagen voor het uitoefenen van zijn visumbevoegdheid. Deze termijn vangt aan op het moment waarop het laatst ontbrekende stuk van het betreffende dossier aan de financieel directeur wordt bezorgd. Indien binnen deze termijn geen visum wordt gegeven, wordt de financieel directeur geacht een positief visum te verlenen.
Het visum wordt in ieder geval uiterlijk gegeven voordat de verbintenis ontstaat. Het visum bij een overheidsopdracht wordt principieel gegeven voordat het bestuur de opdracht gunt.
Indien de beslissing anders genomen wordt dan zoals voorgenomen op het moment van de visering, dan vervalt het eerste visum en moet het dossier opnieuw ter visering voorgelegd worden aan de financieel directeur voor de verbintenis definitief ontstaat.
Afschrift van dit besluit zal ter kennisgeving worden overhandigd aan de algemeen directeur en aan de financieel directeur.