Een goede definiëring van het begrip dagelijks bestuur bij overheidsopdrachten moet het bestuur in staat stellen om soepel te werken, gelet op de frequentie van vergaderen van raad en vast bureau.
Voor exploitatie worden de grenzen op een hoger niveau gelegd dan voor investeringen, gelet op de intrinsieke aard van investeringsprojecten.
Tijdens de uitvoering is snel en soepel kunnen handelen belangrijk, vandaar dat het aanbrengen van wijzigingen aan lopende opdrachten grotendeels binnen dagelijks bestuur valt.
De drempels voor het gebruik van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking, zoals bepaald in artikel 42, §1, 1° van de wet van 17 juni 2016 inzake de overheidsopdrachten liggen momenteel op 139.000,00 EUR exclusief btw voor leveringen, werken en de meeste diensten.
Artikel 41, 8° van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur bepaalt dat de raad bevoegd is voor het vaststellen van wat onder het begrip ‘dagelijks bestuur’ moet worden verstaan.
Artikel 41, 10° a) van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur bepaalt dat de raad bevoegd is voor het vaststellen van de plaatsingsprocedure en het vaststellen van de voorwaarden van overheidsopdrachten, tenzij de opdracht past binnen het begrip ‘dagelijks bestuur’, vermeld in punt 8°, waarvoor het vast bureau bevoegd is.
Artikel 41, 10° b) van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur bepaalt dat de raad bevoegd is voor het vaststellen van de plaatsingsprocedure en het vaststellen van de voorwaarden van overheidsopdrachten, tenzij de de raad de plaatsingsprocedure en het vaststellen van de voorwaarden voor een overheidsopdracht nominatief aan het vast bureau heeft toevertrouwd.
Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen.
Wet van 17 juni 2016 inzake de overheidsopdrachten.
Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies.
KB van 18 april 2017 inzake plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren, en latere wijzigingen.
KB van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten.
Op de gemeenteraad van 9 december 2013 werd besloten wat het begrip "dagelijks bestuur" inhield voor de overheidsopdrachten en het budgethouderschap.
Door de gevolgen van het deceet lokaal bestuur, waardoor gemeente- en OCMW-bestuur een geïntegereerde werking hebben, is het raadzaam om ook dezelfde invulling aan het begrip "dagelijks bestuur" te geven.
De invulling van het dagelijks bestuur heeft bij het gemeentebestuur zijn nut bewezen zodat een vlotte werking werd bekomen en toch de regelgeving en financiële gevolgen bewaakt werden.
De Raad voor Maatschappelijk Welzijn besluit, met 23 stemmen voor (Dieter Wouters, Mai Van Thillo, May Aernouts, Sus Vissers, Kris Van Looveren, Rit Luyckx, Katrin Kempenaers, Pieter Cools, Lynn Vermeiren, Els Van Hasselt, Leo Geysen, Ilke Pompen, Roger Aernouts, Thijs Ruts, Glenn Verelst, Jan Van Looveren, Marc Vanden Branden, Petra Laccroix, Carrera Neefs, Jasmijn Meirsman, Wim Vorsselmans, Karen Anthonissen en Harry Smeulders) en 4 stemmen onthouding (Koen Van Putte, Amber Vermeiren, Ben Gagelmans en Jos van Hasselt).
Overheidsopdrachten die passen binnen het begrip ‘dagelijks bestuur’, zijn de volgende :
Voor de overheidsopdrachten die onder het begrip 'dagelijks bestuur' vallen is het vast bureau bevoegd voor de vaststelling van de plaatsingsprocedure en de voorwaarden, de toekenning en de uitvoering van de overheidsopdrachten, binnen de geldende regelgeving inzake de wet op overheidsopdrachten en het decreet van lokaal bestuur.
Dit besluit treedt in werking vanaf heden en vervangt alle voorgaande raadsbesluiten over dagelijks bestuur.
Afschrift van dit besluit zal ter kennisgeving worden overhandigd aan de algemeen directeur en aan de financieel directeur.