Gelet op het verslag van de vorige vergadering.
Goedkeuring wordt verleend aan bovengenoemd verslag.
Mevrouw Martine Deruytter werd opgeroepen om aanwezig te zijn op de raadszitting van heden.
De geloofsbrieven van Martine Deruytter werden tijdig ingediend en lagen ter inzage conform de decretale bepalingen terzake.
Uit onderzoek van de geloofsbrieven van voornoemde opvolger blijkt dat deze nog steeds voldoen aan alle gestelde vereisten van verkiesbaarheid, en zich niet bevindt in een geval van onverenigbaarheid, hetzij wegens uitoefening van een ambt, hetzij wegens bloed- of aanverwantschap.
Het bewijs is geleverd dat de voornoemde opvolger nog steeds voldoet aan de verkiesbaarheidsvereisten.
Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet van 8 juli 2011.
Decreet Lokaal Bestuur.
Mevrouw Amber Vermeiren heeft per mail van 4 februari 2023 haar ontslag als gemeenteraadslid aangeboden.
Uit het proces-verbaal van de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2018 blijkt dat mevrouw Martine Deruytter de volgende opvolger is voor lijst 2.
Zij bevestigt dat zij het mandaat wil opnemen.
De geloofsbrieven goed te keuren van de opvolger Martine Deruytter.
Akte te nemen van de eedaflegging "Ik zweer de verplichtingen van mijn mandaat trouw na te komen", van mevrouw Martine Deruytter in handen van de voorzitter.
Mevrouw Martine Deruytter aan te stellen als lid van de gemeenteraad.
Stelt vast dat mevrouw Martine Deruytter in de voorranglijst de rang inneemt onmiddellijk na Mark Vorsselmans.
Afgevaardigde in de Algemene vergadering van de Bouwmaatschappij De Voorkempen - HE:
Gaat bij geheime stemming over tot de aanduiding van een afgevaardigde in de Algemene vergadering van de Bouwmaatschappij De Voorkempen - HE.
27 raadsleden nemen deel aan de stemming.
Elk raadslid verkrijgt één stembriefje.
Vervolgens worden de stembriefjes ingezameld.
27 stembriefjes worden ingezameld.
De voorzitter en de algemeen directeur vormen het bureau van de stemopneming;
Er wordt voorlezing gegeven van elk stembriefje.
Afgevaardigde | Aantal stemmen |
Martine Deruytter | 27 |
Martine Deruytter behaalt aldus de volstrekte meerderheid van de stemmen.
Gelet op de uitslag van de stemming.
Adviserend lid in de Projectvereniging JoNK:
Gaat bij geheime stemming over tot de aanduiding van een adviserend lid in de Projectvereniging JoNK:
27 raadsleden nemen deel aan de stemming.
Elk raadslid verkrijgt één stembriefje.
Vervolgens worden de stembriefjes ingezameld.
27 stembriefjes worden ingezameld.
De voorzitter en de algemeen directeur vormen het bureau van de stemopneming;
Er wordt voorlezing gegeven van elk stembriefje.
Afgevaardigde | Aantal stemmen |
Jens Stoffelen | 27 |
Jens Stoffelen behaalt aldus de volstrekte meerderheid van de stemmen.
Gelet op de uitslag van de stemming.
Decreet lokaal bestuur.
Statuten Bouwmaatschappij De Voorkempen - HE.
Statuten Projectvereniging JoNK.
Raadslid Amber Vermeiren heeft haar ontslag gegeven als lid van de gemeenteraad.
Zij bekleedde tevens volgende mandaten:
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd goedkeuring te verlenen aan de voorgestelde vervangers.
Volgende persoon is aangeduid ter vervanging van Amber Vermeiren als afgevaardigde in de Algemene vergadering van de Bouwmaatschappij De Voorkempen - HE: Martine Deruytter, Zuringstraat 13, 2990 Wuustwezel.
Volgende persoon is aangeduid ter vervanging van Amber Vermeiren als adviserend lid in de Projectvereniging JoNK: Jens Stoffelen, Gemeentebos 7, 2990 Wuustwezel.
Deze aanstelling gaat in met onmiddellijke ingang en geldt voor de overige duurtijd van deze legislatuur. Zij kan te allen tijde door de gemeenteraad ingetrokken worden.
Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van dit besluit.
De overige partijen steunen dit voorstel niet om volgende redenen:
Dccreet Lokaal Bestuur.
Vanwege de N-VA werd volgend voorstel ontvangen:
Vlaamse steden en gemeenten zien met lede ogen aan hoe geldautomaten verdwijnen uit het straatbeeld door besparings-en efficiëntiemaatregelen van de banken. Daarbij verliezen inwoners een essentiële financiële dienstverlening. Ook lokale handelaars die geen bankautomaten in de buurt hebben, lijden hier onder. Een aandeel van hun lokaal cliënteel gaat immers cash afhalen in een andere stad of gemeente en blijven daar in de buurt inkopen doen en horeca bezoeken.
Ondanks de digitalisering van onze maatschappij en de daaraan verbonden stijgende evolutie van digitaal bankieren en elektronisch betalen, mogen we niet blind zijn voor het deel van de bevolking dat momenteel moeite heeft met deze ontwikkelingen. Zij rekenen nog altijd op een eenvoudige toegang tot cash geld.
De vier grootbanken in België hebben intussen het Batopin project opgestart. Batopin is een samenwerkingsverband om tegen 2025 een efficiënt netwerk op te richten van cashpunten waarbij elke burger minsten één geldautomaat zou moeten vinden in een straal van vijf kilometer. De banken sluiten hun kantoren echter veel sneller dan dat ze cashpunten openen. Intussen bouwen de verschillende grootbanken verder hun kantorennetwerk af en halveerde het aanbod aan bankautomaten zich in de laatste acht jaar. Bijkomend is een onderzoek van dit project bezig ivm de wet op mededinging.
Korte termijn oplossing:
Begin dit jaar werd er een wetsvoorstel van de N-VA fractie in het federaal parlement ter stemming voorgelegd om lokale handelaars terug de mogelijkheid te geven geldautomaten in hun handelszaak te installeren en zelf te beheren, mits de nodige veiligheidsvoorwaarden. Dit voorstel lost het algemeen probleem van het chronisch tekort aan bankautomaten natuurlijk niet op. Maar het kan wel een deel van de oplossing zijn om zo op korte termijn de toegang tot cash geld te verbeteren. Het wetsvoorstel werd afgewezen door de meerderheidspartijen. Terwijl geldautomaten in handelszaken in de buurlanden, in Nederland en Frankrijk bijvoorbeeld, heel normaal en wijdverspreid zijn. Het is volgens ons niet de taak van de overheid om in te grijpen in economische dienstverlening, maar het is wel een kerntaak om bij nieuwe beleidsontwikkelingen de hele bevolking in acht te nemen. Niet alleen zij die mee surfen op de digitaliseringsgolf moeten in deze bediend worden, ook zij die dat (nog) niet kunnen. Voor deze laatste groep moet de toegang tot cash geld gegarandeerd worden of moeten op z'n minst afdoende alternatieve oplossingen worden voorgesteld.
Overwegende dat:
• De dalende trend van het aantal bankautomaten en de toegang tot cash de laatste jaren
• Het feit dat een aanzienlijk deel van de bevolking niet mee is met de digitalisering, het internetbankieren en het elektronisch betalen
• Dat de bankfilialen sneller hun aanbod aan bankautomaten afbouwt dan Batopin nieuwe cashpunten -installeert
• Het feit dat de overheid een garantie moet bieden aan haar inwoners van een dergelijke basis dienstverlenin
Ontwerpbesluit:
ARTIKEL 1 De gemeenteraad erkent het tekort aan geldautomaten en cashpunten in onze gemeente en wil zich engageren om dit probleem zo snel mogelijk aan te pakken.
ARTIKEL 2 De gemeenteraad is van oordeel dat de uitrol van cashpunten van het Batopin project niet evenredig verloopt met het sluiten van bankfilialen.
ARTIKEL 3 De gemeenteraad vraagt aan de federale regering, en in het bijzonder aan de Minister van Economie, om dit probleem ter harte te nemen en de nodige initiatieven, zoals onder meer het toelaten van handelaars geldautomaten in de eigen handelszaak te installeren en beheren, op te starten.
De Gemeenteraad besluit, met 4 stemmen voor (Koen Van Putte, Martine Deruytter, Werner Vanden Eynden, Jens Stoffelen), 16 stemmen tegen (Dieter Wouters, May Aernouts, Kris Van Looveren, Rit Luyckx, Pieter Cools, Ilke Pompen, Katrin Kempenaers, Sus Vissers, Mai Van Thillo, Lynn Vermeiren, Els Van Hasselt, Roger Aernouts, Thijs Ruts, Glenn Verelst, Jan Van Looveren, Jan Cools) en 7 stemmen onthouding (Jasmijn Meirsman, Marc Vorsselmans, Bruno Fiesack, Helga Hoeymans, Marc Vanden Branden, Petra Laccroix en Carrera Neefs).
Geen goedkeuring te verlenen aan het N-VA voorstel tot het plaatsen van geldautomaten bij lokale handelaars.
De te reglementeren wegen behoren tot de gemeentewegen.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om dit aanvullend politiereglement goed te keuren.
Nieuwe gemeentewet van 24 juni 1988.
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij Koninklijk Besluit van 16 maart 1968.
Koninklijk Besluit van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg.
Ministerieel besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald.
Besluit van de Vlaamse regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens.
Omzendbrief MOB/2009/01 van 3 april 2009.
In Noordheuvel werden er wegenis- en rioleringswerken uitgevoerd. Tijdens de uitvoering van de werken werden er bijkomende maatregelen genomen om de snelheid van het gemotoriseerd verkeer af te remmen (o.a. verkeersplateaus en wegversmallingen).
In een gedeelte van Noordheuvel geldt nog een snelheidsbeperking tot 70km/u.
Om de verkeersveiligheid, in het bijzonder voor de fietsers, te verhogen lijkt het aangewezen de snelheidsbeperking tot 50km/u uit te breiden.
Dit reglement heft alle voorgaande snelheidsreglementen op in volgende straten:
Er wordt een zone 50 ingevoerd die de straat omvat zoals beschreven in artikel 1.
De zone 50 wordt gesignaleerd aan de toegang en uitgang door respectievelijk de borden C43 / 50km/u met zonale geldigheid. Deze worden geplaatst op volgende locaties:
Zie signalisatieplan.
De bebouwde kom wordt gesignaleerd aan de toegang en uitgang door respectievelijk de borden F1a2 en F3a2 en kunnen gecombineerd worden met de borden zone 50. Deze worden geplaatst op volgende locaties:
Zie signalisatieplan.
Alle andersluidende, snelheid gerelateerde verkeersborden binnen de zone bepaald in artikel 1 dienen te worden verwijderd.
Dit reglement zal kenbaar gemaakt worden op de gemeentelijke website op 3 maart 2023.
Dit aanvullend reglement wordt ter kennisgeving overgemaakt aan de afdeling Beleid Mobiliteit en Verkeersveiligheid.
Een afschrift van dit aanvullend reglement wordt overgemaakt aan:
Gaat bij geheime stemming over tot aanduiding van een vertegenwoordiger van de Jeugdraad in de GECORO;
Gelet op de kandidatuur van dhr. Robbe Cools;
27 raadsleden nemen deel aan de stemming;
Elk raadslid verkrijgt één stembriefje;
Vervolgens worden de stembriefjes ingezameld;
27 stembriefjes worden ingezameld;
De voorzitter en de algemeen directeur vormen het bureau van de stemopneming;
Er wordt voorlezing gegeven van elk stembriefje;
Gelet op de uitslag van de stemming:
Robbe Cools: 27 stemmen
Decreet Lokaal Bestuur.
Raadsbesluit van 28 september 2020 houdende goedkeuring Huishoudelijk Reglement van de Gemeentelijk Commissie voor Ruimtelijke Ordening.
Raadsbesluit van 30 september 2019 houdende aanduiding van de leden van de GECORO voor de bestuursperiode 2019-2024.
De gemeenteraad heeft in zitting van 30 september 2019 de aanstelling gedaan van de leden van de GECORO (gemeentelijke commissie van ruimtelijke ordening) voor de bestuursperiode 2019-2024. Namens de jeugdraad waren volgende personen aangesteld:
Voornoemde personen hebben geen interesse meer in deze mandaten waarna er binnen de jeugdraad één geïnteresseerde persoon bereid is gevonden om te fungeren als effectief lid.
In de vergadering van het dagelijks bestuur van de Jeugdraad van 11 januari 2023 werd dhr. Robbe Cools voorgesteld om de Jeugdraad te vertegenwoordigen in de GECORO.
Met ingang van heden zal dhr. Robbe Cools, aangesteld worden als lid van de GECORO voor de geleding Jeugd.
Afschrift van dit besluit ter goedkeuring voor te leggen aan de Bestendige Deputatie van de Provincieraad van Antwerpen.
Het perceel is gelegen binnen een zone voor verblijfsrecreatie.
Voor de realisatie van de wegen werd een ontwerp-BPA (Bijzonder Plan van Aanleg) opgemaakt met aanduiding van de wegen.
Voor Molenheide ZN is er nog een grondafstand te doen van het gedeelte gelegen binnen de zate van de weg (Molenheide).
Decreet lokaal bestuur.
Om reden van openbaar nut wordt een grondafstand uitgevoerd voor het perceel gelegen Molenheide ZN, kadastraal gekend 1e afd., sectie E, nr. 550 V 15.
Er werd een opmetingsplan opgesteld d.d. 8 september 2022, door landmeter - expert Frederik Vermeiren, Bredabaan 1231, 2930 Brasschaat, met aanduiding van de bewuste zone, kadastraal gekend 1e afd., sectie E, nr. 550 V15/deel, waaruit blijkt dat het perceel in te nemen grond 241,95 m² groot is.
Er werd een ontwerpakte ‘Kosteloze Grondafstand’ opgemaakt door notariaat Patrick Vandeputte, Lammekensstraat 79, 2140 Antwerpen, voor het perceel gelegen aan Molenheide ZN.
Goedkeuring wordt verleend aan de ontwerpakte ‘Kosteloze Grondafstand’ zoals opgemaakt door notariaat Patrick Vandeputte, Lammekensstraat 79, 2140 Antwerpen, voor het perceel gelegen aan Molenheide ZN.
De voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur worden gemachtigd om de akte van grondafstand namens het gemeentebestuur te ondertekenen.
Het perceel is deels gelegen binnen een dd. 22 september 2011 door de provincieraad van Antwerpen goedgekeurd provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan “Clusters weekendverblijven C3, C4 en C5”. (B.S. 07/02/2012). Het perceel is volgens het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan gelegen in een specifiek woongebied met bosrijk karakter.
Het perceel is deels gelegen in een natuurgebied volgens het gewestplan Turnhout K.B. 30.9.1977.
Voor de realisatie van de wegen werd een ontwerp-BPA (Bijzonder Plan van Aanleg) opgemaakt met aanduiding van de wegen.
Voor Patrijsdreef ZN is er nog een grondafstand te doen van het gedeelte gelegen binnen de zate van de weg (Patrijsdreef).
Decreet lokaal bestuur.
Om reden van openbaar nut wordt een grondafstand uitgevoerd voor het perceel gelegen Patrijsdreef ZN, kadastraal gekend 2e afd., sectie F, nr.43 B 18.
Er werd een opmetingsplan opgesteld d.d. 13 januari 2023, door landmeter - expert Stef Neefs, Kerkblokstraat 11, 2990 Wuustwezel, met aanduiding van de bewuste zone, kadastraal gekend 2e afd., sectie F, nr. 43 B 18/deel, waaruit blijkt dat het perceel in te nemen grond 516,00 m² groot is.
Er werd een ontwerpakte ‘Kosteloze Grondafstand’ opgemaakt door notariaat Lithea BV, Bredabaan 145, 2930 Brasschaat, voor het perceel gelegen aan Patrijsdreef ZN.
Goedkeuring wordt verleend aan de ontwerpakte ‘Kosteloze Grondafstand’ zoals opgemaakt door notariaat Lithea BV, Bredabaan 145, 2930 Brasschaat voor het perceel gelegen aan Patrijsdreef ZN.
De voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur worden gemachtigd om de akte van grondafstand namens het gemeentebestuur te ondertekenen.
Het perceel is gelegen binnen een zone voor verblijfsrecreatie.
Voor de realisatie van de wegen werd een ontwerp-BPA (Bijzonder Plan van Aanleg) opgemaakt met aanduiding van de wegen.
Voor Uilendreef ZN is er nog een grondafstand te doen van het gedeelte gelegen binnen de zate van de weg (Uilendreef).
Decreet lokaal bestuur.
Om reden van openbaar nut wordt een grondafstand uitgevoerd voor het perceel gelegen Uilendreef ZN, kadastraal gekend 1e afd., sectie E, nr.550 R 16.
Er werd een opmetingsplan opgesteld d.d. 16 juli 2021, door landmeter-expert Stef Neefs, Kerkblokstraat 11, 2990 Wuustwezel, met aanduiding van de bewuste zone, kadastraal gekend 2e afd., sectie F, nr. 550 R 16/deel, waaruit blijkt dat het perceel in te nemen grond 120,00 m² groot is.
Er werd een ontwerpakte ‘Kosteloze Grondafstand’ opgemaakt door notariaat Dejongh, De Boungne & De Smedt, Dorpsstraat 41, 2920 Kalmthout, voor het perceel gelegen aan de Uilendreef ZN.
Goedkeuring wordt verleend aan de ontwerpakte ‘Kosteloze Grondafstand’ zoals opgemaakt door notariaat Dejongh, De Boungne & De Smedt, Dorpsstraat 41, 2920 Kalmthout voor het perceel gelegen aan de Uilendreef ZN.
De voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur worden gemachtigd om de akte van grondafstand namens het gemeentebestuur te ondertekenen.
De passages (rode tekst) die volgens de provincie niet in overeenstemming zijn met het GRS hebben betrekking op:
1. Zonevreemde woningen (principes voor een afwegingskader).
p.23.24 richtinggevend deel
Zonevreemde woningen Zonevreemde woningen De gemeente wenst een maatschappelijk aanvaardbare oplossing te geven aan de zonevreemde woningen.
|
In het ontwerp-beleidskader ‘Levendige kernen’ – Uitdaging: huishoudenstransitie, p. 51 staat namelijk dat we geen verdere ontwikkeling van perifere gebieden (buiten de kernen) als woonlocatie willen. Het wonen buiten de kernen stimuleren we niet en remmen we het liefst af. Verouderde woningen op slecht gelegen locaties buiten de kernen kunnen beter niet meer verbouwd, maar afgebroken worden. Door in landbouwgebied bedrijfsgebouwen om te vormen tot woningen, wordt wonen buiten de kernen gestimuleerd, hetgeen de ambities uit het provinciaal beleidsplan ruimte hypothekeert.
Standpunt gemeente:
De gemeente gaat akkoord met het niet stimuleren van het wonen buiten de kernen. De basisrechten rond zonevreemd wonen volgens de VCRO moeten behouden blijven en de gemeente heeft momenteel geen intentie tot opmaak van een RUP voor de zonevreemde woningen.
De gemeente is wel van oordeel dat iedereen die in een wettelijk gebouwde (bedrijfs)woning woont daar ook moet kunnen blijven wonen (ook na stopzetting van een landbouwbedrijf).
De gemeente vraagt de provincie (of Vlaanderen) een afwegingskader op te maken voor zonevreemde functiewijzigingen in agrarisch gebied. In het beleidskader “verdichten en ontdichten van de ruimte” wordt op p.43 gesteld dat de provincie ‘een kader zal uitwerken rond zonevreemd hergebruik in agrarisch gebied, wat een leidraad is waarmee gemeentebesturen op een overzichtelijke manier omgevingsvergunningsaanvragen voor zonevreemd gebruik in agrarisch gebied kunnen afwegen’. De gemeente Wuustwezel ondersteunt dit initiatief en vraagt om dit kader zodanig uit te werken dat dit niet enkel bruikbaar is voor het vergunningenbeleid, maar ook voor ruimtelijke planning. Het kader moet de gemeente een leidraad bieden voor het indelen van het agrarisch gebied in verschillende zones waar zonevreemde functies al of niet zijn toegestaan.
Wanneer de bepalingen rond zonevreemde woningen in het huidige GRS geschrapt worden, wil de gemeente zeker zijn dat ze in het nog op te maken ruimtelijk beleidsplan van de gemeente een visie kan uitwerken rond de zonevreemde woningen en functies in het agrarisch gebied.
“Verouderde woningen op slecht gelegen locaties buiten de kernen kunnen beter niet meer verbouwd worden, maar afgebroken worden.“ Deze opmerking roept veel vragen op: Wat zijn verouderde woningen? Wat zijn slecht gelegen locaties? Wordt de verplichte afbraak opgelegd, wordt deze financieel gecompenseerd en wie betaalt dit? Welke instrumenten kunnen hiervoor ingezet worden?
De gemeente stelt voor om de volgende tekst op p. 23 en 24 van het richtinggevend deel niet te schrappen:
“Om de karakteristieke bebouwing in stand te houden, het verval ervan te voorkomen en aldus de attractiviteit en de leefbaarheid van het landelijk gebied te bestendigen, is er specifieke aandacht nodig voor de toekomstkansen van deze karakteristieke agrarische bebouwing die zijn functie als agrarisch gebouw verliest / zal verliezen.
Als basisregels gelden hier:
- elkeen die in een wettelijk gebouwde woning woont, moet daar kunnen blijven wonen, aangepast aan de omgevende ruimtelijke omstandigheden;”
- de mogelijkheid voor eventuele bijkomende functies, andere dan wonen, en
eventuele uitbreidingen, dienen vanuit de gewenste ruimtelijke ontwikkeling van de directe omgeving te worden afgewogen.
2. Bijkomende lokaal bedrijventerrein
p.33 richtinggevend deel
Wuustwezel is geselecteerd als structuurondersteunend hoofddorp type I en als zodanig heeft het de mogelijkheid om een bijkomend lokaal bedrijventerrein aan te duiden, zowel voor nieuwe als voor herlokalisatie van zonevreemde en/of historisch gegroeide bedrijven. |
p.34 richtinggevend deel
Hiervoor gaat ze op zoek naar ca. 5,5 ha voor ontwikkeling van een nieuw lokaal bedrijventerrein. |
p.40 richtinggevend deel
|
p.42 richtinggevend deel
Opstellen RUP nieuwe KMO-zone De gemeente maakt een RUP op voor verdere ontwikkeling van een nieuwe KMO-zone. Voorafgaand wordt een passende beoordeling opgemaakt, op basis van het hierboven vermelde afwegingskader en op basis van de principes van het RSPA. |
p.55 richtinggevend deel
De markante terreinovergang Groot Schietveld wordt uitgewerkt als buffer in het op te maken landschapskwaliteitsplan. Deze buffer houdt in: behoud van de zichtbaarheid en van bebouwing. |
p.77-78 richtinggevend deel
Voorkeuroptie KMO-terrein Kampweg Uit de hierboven vermelde screening van de zeven meest plausibele locaties (punt 2.4.1) komt naar voor dat een oostwaartse uitbreiding van de Kampweg het best scoort. De nabijheid van het op- en afritcomplex van Brecht aan de E19, de nabijheid ook van de toekomstige spoorwegstopplaats in Brecht aan de E19, de aansluiting aan de bebouwing van het hoofddorp zonder bijzondere overlast voor de omwonenden en het beperken van aantasting van open ruimte en natuurwaarden zijn hier belangrijke pluspunten, zeker in het licht van de optie om doorgaand vrachtverkeer door de dorpskernen zoveel mogelijk te vermijden. |
p.80 richtinggevend deel
De open ruimte blijft ook gevrijwaard doordat bedrijven die een (nieuwe) vestigingsplaats zoeken, in de eerste plaats naar de nog onbebouwde percelen van het bedrijventerreinen “Sterbos” bij Sterbos worden verwezen |
p.81-82 richtinggevend deel
De doelstelling “kansen voor bedrijven” wordt voornamelijk ingevuld door:
|
p.7 bindend deel
|
In het ontwerp-beleidskader ‘Verdichten en ontdichten van de ruimte’ – Bedrijvigheid, p. 45-46 staat namelijk dat we in de kern inzetten op verweefbare bedrijvigheid waardoor we de bedrijventerreinen maximaal kunnen vrijwaren voor bedrijvigheid die niet of moeilijk combineerbaar is met wonen.
Hoewel behoud en herstructurering prioritair zijn, wordt herbestemming van nieuwe ruimte niet volledig uitgesloten. Herbestemmen van open ruimte naar bedrijvigheid kan maar wanneer:
Bovendien moeten we ook op de bedrijventerreinen voldoende waakzaam blijven voor de noden van specifieke ruimtevragers zoals het vrijwaren van grote kavels voor grootschalige ruimtevragers, of het voorbehouden van kavels langsheen onze bevaarbare waterwegen voor watergebonden bedrijvigheid, of ruimte voor bedrijven die belang hechten aan de nabijheid van specifieke vestigingsmilieus zoals de haven, het spoor, …
Standpunt gemeente:
De gemeente Wuustwezel wenst de mogelijkheid tot realisatie van een bijkomend lokaal bedrijventerrein te behouden, maar houdt daarvoor niet noodzakelijk vast aan de locatie van de Kampweg.
De gemeente verwacht dat heel wat zonevreemde bedrijven een planologisch attest zullen aanvragen in functie van verdere uitbreiding. Ofwel worden al deze zonevreemde bedrijven bestemd als bedrijventerrein (paarse vlekken) ofwel wordt ervoor geopteerd om een nieuw lokaal bedrijventerrein te realiseren waar deze zonevreemde bedrijven opgevangen worden. De gemeente stelt ook vast dat zonevreemde bedrijven uitwijken naar bedrijventerreinen in buurgemeenten.
Anderzijds is er een vraag van lokale ondernemers naar bedrijfsterreinen voor de vestiging van nieuwe bedrijven.
Bovendien zijn de huidige bedrijventerreinen naar ontsluiting niet ideaal gelegen. De ontsluiting van deze terreinen naar de hoofdwegen lopen door de woonkernen en brengen de leefbaarheid in het gedrang. Het mobiliteitsplan in herziening geeft aan dat herlokalisatie van sommige terreinen naar een gebied gesitueerd tussen de dorpskern en de oprit van de E19 gewenst is.
De gemeente stelt dan ook voor om de volgende tekst op p. 40 van het richtinggevende gedeelte niet te schrappen: “Indien blijkt dat de onbebouwde percelen in KMO-zone Sterbos onvoldoende zijn voor de verdere ontwikkeling van de plaatselijke bedrijvigheid of voor uitwijkmogelijkheid van de zonevreemde bedrijven, opteert de gemeente voor een nieuw KMO-terrein, op basis van het voormeld afwegingskader. Verder onderzoek in het kader van het RUP dat daarvoor zal worden opgemaakt, zal uitwijzen welke afbakening hiervoor het meest opportuun is en welke voorwaarden aan de activiteiten dienen te worden gesteld.”
Indien compensatie noodzakelijk zou zijn zal de gemeente de mogelijkheden hiervoor onderzoeken.
3. Afwegingskader zonevreemde bedrijven
p.41-42 richtinggevend deel
Categorie | Ontwikkelingsperspectief | Bepalende elementen van de gewenste ruimtelijke structuur en milieueisen |
0 | Herlokaliseren, zelfs indien geen uitbreiding noodzakelijk is. |
|
1 | Bedrijven die niet mogen uitbreiden, maar ze kunnen wel verder werken binnen bestaande gebouwen; enkel instandhoudingswerken en werken die betrekking hebben op landschappelijke en/of milieuhygiënische inpassing van het bedrijf. Bij stopzetting van huidige activiteiten is geen nieuwe zonevreemde bedrijvigheid toegelaten. Herlokalisatie op korte of middellange termijn is aangewezen. |
|
2 | Beperkte verbouwings- en uitbreidingsmogelijkheden; echter geen schaalvergroting. Beperkingen inzake de toegelaten activiteiten, hun ruimtelijke schaal en voorwaarden m.b.t. milieu en landschappelijke inkleding. |
|
3 | Beperkte verbouwings- en uitbreidingsmogelijkheden; echter geen schaalvergroting. Minder beperkingen inzake de aard van de toegelaten activiteiten dan 2; wel kunnen voorwaarden inzake milieu en landschappelijke inkleding worden opgelegd. |
|
4 | Verdere ontwikkeling van bedrijvigheid is mogelijk binnen het kader van de gewenste ruimtelijke structuur. Randvoorwaarden qua aard en schaal van activiteiten, gebouwen en qua milieu en landschappelijke inkleding worden bepaald per bedrijf in functie van de omgeving. |
|
5 | Verdere ontwikkeling van bedrijvigheid is mogelijk binnen het kader van de gewenste ruimtelijke structuur. Er gelden geen beperkingen qua aard van de activiteiten. Wel kunnen randvoorwaarden inzake gebouwen en milieu en landschappelijke inkleding worden bepaald per bedrijf in functie van de omgeving. |
|
De doorstreepte passages zijn niet in overeenstemming met de bepalingen uit het ontwerp-beleidsplan ruimte van de provincie Antwerpen.
In het ontwerp-beleidskader ‘Verdichten en ontdichten van de ruimte’ – Bedrijvigheid, p. 45-46 staat namelijk dat we in de kern inzetten op verweefbare bedrijvigheid waardoor we de bedrijventerreinen maximaal kunnen vrijwaren voor bedrijvigheid die niet of moeilijk combineerbaar is met wonen
Bovendien moeten we ook op de bedrijventerreinen voldoende waakzaam blijven voor de noden van specifieke ruimtevragers zoals het vrijwaren van grote kavels voor grootschalige ruimtevragers, of het voorbehouden van kavels langsheen onze bevaarbare waterwegen voor watergebonden bedrijvigheid, of ruimte voor bedrijven die belang hechten aan de nabijheid van specifieke vestigingsmilieus zoals de haven, het spoor, …
Als we bedrijventerreinen maximaal willen vrijwaren voor bedrijven die niet verweefbaar zijn met een woonfunctie, dan worden er best geen bijkomende beperkingen opgelegd aan de type bedrijvigheid op een bedrijventerrein. Uiteraard gaan we bij het bepalen van de ontwikkelingsmogelijkheden (stimuleren of ontmoedigen van bijkomend economisch aanbod), altijd uit van de kenmerken van de ruimte en omgeving (mobiliteit, draagkracht,…) en de karakteristieken van de bedrijvigheid (activiteit, energievraag, …).
Standpunt gemeente:
Door het schrappen van de tekst in het GRS wordt het afwegingskader niet duidelijker. Na stopzetting van de huidige activiteiten zijn nieuwe activiteiten nog steeds mogelijk, zelfs activiteiten die meer storend zijn dan de huidige.
De geschrapte paragrafen in het GRS zijn niet tegenstrijdig met de aangehaalde teksten uit het ontwerp-beleidskader ‘Verdichten en ontdichten van de ruimte’.
Volgens paragraaf ‘afwegingen bij zonevreemd hergebruik in agrarisch gebied’ (p.41 beleidskader ‘verdichten en ontdichten van de ruimte’) zijn zonevreemde functiewijzigingen niet uitgesloten. Bovendien is het besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de lijst van toelaatbare zonevreemde functiewijzigingen van 29.05.2009 nog steeds van toepassing.
Op p. 43 van het beleidskader ’verdichten en ontdichten van de ruimte’ wordt vermeld dat de provincie een kader zal uitwerken rond zonevreemd hergebruik in agrarisch gebied, wat een leidraad is waarmee gemeentebesturen op een overzichtelijke manier omgevingsvergunningsaanvragen voor zonevreemd gebruik in agrarisch gebied kunnen afwegen. Hoe verhoudt zich dit kader tot het hogervermeld uitvoeringsbesluit rond zonevreemde functiewijzigingen?
Wat moet met deze zonevreemde bedrijfsgebouwen gebeuren wanneer de bestaande bedrijven hun activiteiten stopzetten en er geen nieuwe activiteiten ondergebracht mogen worden?
Wanneer in de zonevreemde gebouwen geen nieuwe zonevreemde functies zijn toegelaten en de ontwikkeling van een nieuwe KMO zone onmogelijk is, waar kunnen niet-verweefbare bedrijven dan nog terecht?
De motivering om minder beperkingen op te leggen kan gevolgd worden voor bedrijven die verweefbaar zijn in woongebied of op de rand van een bedrijventerrein, maar niet voor bedrijven gelegen in woonlinten of in historisch waardevolle panden en waardevolle landschappen of open ruimte. Hier kan een beperking van nieuwe activiteiten, schaalgrootte of dynamiek wel degelijk verantwoord zijn. De gemeente gebruikt het afwegingskader voor onderbouwing van de goede ruimtelijke ordening bij de beoordeling van planologische attesten.
De gemeente stelt dan ook voor om de volgende teksten op p. 41-42 van het richtinggevende gedeelte niet te schrappen:
" Na stopzetting van huidige activiteiten zijn nieuwe activiteiten mogelijk voor zover zij aan de opgelegde beperkingen voldoen.”
" Na stopzetting van huidige activiteiten zijn nieuwe activiteiten enkel mogelijk indien ze minder storend zijn dan de huidige”.
Decreet Lokaal Bestuur.
Codex Ruimtelijke Ordening.
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan.
Op 27 oktober 2022 stelde de provincieraad van de provincie Antwerpen het ontwerp van Provinciaal Beleidsplan Ruimte Antwerpen voorlopig vast. Hierover organiseert de provincie een openbaar onderzoek van 16.12.2022 tot en met 15.03.2023.
Naast de adviesvraag over het ontwerp Beleidsplan Ruimte en het ontwerp van plan-MER, loopt een adviesvraag betreffende de aanduiding en omschrijving van onderdelen uit het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan, die niet langer geldig zijn.
Tijdens de opmaak van het Provinciaal Beleidsplan Ruimte kan de provincieraad, volgens artikel 2.1.8 §2 tweede lid van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, immers ‘onderdelen van gemeentelijke beleidskaders of gemeentelijke ruimtelijke structuurplannen omschrijven of aanduiden die niet geldig zijn’. De provincieraad moet hierover het advies inwinnen van de gemeenteraad. De gemeente Wuustwezel ontving een nota met aanduiding van de specifieke onderdelen uit haar GRS die niet langer meer geldig zijn, met de motivering waarom.
De provincie Antwerpen heeft er voor gekozen om enkele thema’s te selecteren die mogelijks aanleiding geven tot strijdigheid tussen het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan en het Provinciaal Beleidsplan Ruimte Antwerpen, aangezien zij sterk verschillen van het beleid dat werd neergeschreven in het Ruimtelijk Structuurplan Provincie Antwerpen. Het zijn de volgende thema’s:
Het advies van de gemeenteraad dient uiterlijk 15 maart 2023 bezorgd te worden aan de Deputatie.
De Gemeenteraad besluit, met 16 stemmen voor (Dieter Wouters, May Aernouts, Kris Van Looveren, Rit Luyckx, Pieter Cools, Ilke Pompen, Katrin Kempenaers, Sus Vissers, Mai Van Thillo, Lynn Vermeiren, Els Van Hasselt, Roger Aernouts, Thijs Ruts, Glenn Verelst, Jan Van Looveren, Jan Cools) en 11 stemmen onthouding (Koen Van Putte, Martine Deruytter, Werner Vanden Eynden, Jens Stoffelen, Jasmijn Meirsman, Marc Vorsselmans, Bruno Fiesack, Helga Hoeymans, Marc Vanden Branden, Petra Laccroix en Carrera Neefs).
Volgend advies te geven aan de Bestendige Deputatie van de Provincie Antwerpen, Koningin Elisabethlei 22, 2018 Antwerpen, beleidsplanruimte@provincieantwerpen.be, inzake de voorgestelde wijzigingen aan het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan:
- elkeen die in een wettelijk gebouwde woning woont, moet daar kunnen blijven wonen, aangepast aan de omgevende ruimtelijke omstandigheden;”
- de mogelijkheid voor eventuele bijkomende functies, andere dan wonen, en
eventuele uitbreidingen, dienen vanuit de gewenste ruimtelijke ontwikkeling van de directe omgeving te worden afgewogen.
De gemeente stelt voor om de volgende tekst op p. 40 van het richtinggevende gedeelte niet te schrappen:
“Indien blijkt dat de onbebouwde percelen in KMO-zone Sterbos onvoldoende zijn voor de verdere ontwikkeling van de plaatselijke bedrijvigheid of voor uitwijkmogelijkheid van de zonevreemde bedrijven, opteert de gemeente voor een nieuw KMO-terrein, op basis van het voormeld afwegingskader. Verder onderzoek in het kader van het RUP dat daarvoor zal worden opgemaakt, zal uitwijzen welke afbakening hiervoor het meest opportuun is en welke voorwaarden aan de activiteiten dienen te worden gesteld.”
Indien compensatie noodzakelijk zou zijn zal de gemeente de mogelijkheden hiervoor onderzoeken.
De gemeente stelt voor om de volgende teksten op p. 41-42 van het richtinggevende gedeelte niet te schrappen:
" Na stopzetting van huidige activiteiten zijn nieuwe activiteiten mogelijk voor zover zij aan de opgelegde beperkingen voldoen.”
" Na stopzetting van huidige activiteiten zijn nieuwe activiteiten enkel mogelijk indien ze minder storend zijn dan de huidige”.
Vlaanderen en de lokale besturen slaan d.m.v. het Lokaal Energie- en Klimaatpact sinds 2021 de handen in elkaar om samen de nodige transitie in het energie- en klimaatbeleid waar te maken.
Jaarlijks tegen 1 maart moet er een voortgangsrapport worden voorgelegd aan de gemeenteraad.
De gegevens van dit rapport worden via verschillende bronnen aangeleverd:
De gegevens zijn zover als mogelijk up-to-date, maar bepaalde gegevens zijn nog niet volledig. Dit omdat bepaalde rapporteringstools nog niet helemaal in orde zijn, de rapporteringstools nog onvoldoende bekend zijn, ...
Het voortgangsrapport is dan ook een momentopname.
Akkoord van Parijs 2015.
Europese Green Deal 2050.
Burgemeestersconvenant 2030.
Vlaams Energie- en Klimaatplan 2021 - 2030.
Decreet lokaal bestuur.
Internationale conferentie inzake milieu en ontwikkeling gehouden in Rio de Janeiro in 1992.
Internationaal verdrag van Kyoto van 1997.
Gelet op de internationale conferentie inzake milieu en ontwikkeling gehouden in Rio de Janeiro in 1992 en het internationaal verdrag van Kyoto van 1997 met betrekking tot het nemen van maatregelen ter bescherming van het klimaat en ter vermindering van de uitstoot van broeikasgassen;
Gelet op het ondertekenen van de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen door de federale overheid in New York in 2015 aangaande het engagement om aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen te werken;
Gelet op het ondertekenen door de gemeente Wuustwezel van het Burgemeestersconvenant 2030, aangaande de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen;
Gelet op het Vlaams Energie- en Klimaatplan (VEKP) 2021-2030;
Gelet op het Regeerakkoord Vlaamse Regering 2019-2024;
Gelet op het Lokaal Energie- en Klimaatpact van de Vlaamse Regering en de Vlaamse steden en gemeenten van 4 juni 2021 aangaande het verbintenissen engagement inzake de algemenen engagementen en de vier werven behoudend 16 specifieke doelstellingen. Ter goedkeuring beslist op de gemeenteraad van 28 augustus 2021;
Gelet op de goedkeuring op de gemeenteraad van 5 december 2022 ter ondertekening van het Lokaal Energie- en Klimaatplan 2.0;
Gelet op art. 2 van het Decreet Lokaal Bestuur: “De gemeenten zijn overeenkomstig artikel 41 van de Grondwet bevoegd voor de aangelegenheden van gemeentelijk belang. Voor de verwezenlijking daarvan kunnen ze alle initiatieven nemen. Ze beogen om bij te dragen aan de duurzame ontwikkeling van het gemeentelijk gebied.”;
Gelet op het gemeentelijk klimaatactieplan, goedgekeurd op de gemeenteraad van 27 september 2022.
De gemeenteraad besluit kennis te nemen van het voortgangsrapport en deze goed te keuren.
Het voortgangsrapport zal worden opgeladen in het pactportaal.
Op vraag van diverse raadsleden werden volgende zaken besproken in het vragenkwartiertje.