Terug
Gepubliceerd op 06/10/2023

2023_GR_00124 - Uitbreiding Hofakker (OMV_2021188285) - Wijziging - Toepassen Gemeentewegendecreet.

Gemeenteraad
di 29/08/2023 - 20:00 Raadzaal van GC Blommaert, Gemeentepark 22, 2990 Wuustwezel
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Dieter Wouters, Burgemeester - Voorzitter; May Aernouts, Schepen; Kris Van Looveren, Schepen; Rit Luyckx, Schepen; Pieter Cools, Schepen; Ilke Pompen, Schepen; Katrin Kempenaers, Schepen; Mai Van Thillo, Raadslid; Lynn Vermeiren, Raadslid; Els Van Hasselt, Raadslid; Thijs Ruts, Raadslid; Jan Van Looveren, Raadslid; Jan Cools, Raadslid; Anke Lostrie, Raadslid; Koen Van Putte, Raadslid; Jens Stoffelen, Raadslid; Werner Vanden Eynden, Raadslid; Martine Deruytter, Raadslid; Marc Vanden Branden, Raadslid; Petra Laccroix, Raadslid; Carrera Neefs, Raadslid; Jasmijn Meirsman, Raadslid; Marc Vorsselmans; Bruno Fiesack, Raadslid; Helga Hoeymans, Raadslid; Luc Loos, algemeen directeur

Verontschuldigd

Sus Vissers, Raadslid; Roger Aernouts, Raadslid

Secretaris

Luc Loos, algemeen directeur

Voorzitter

Dieter Wouters, Burgemeester - Voorzitter
2023_GR_00124 - Uitbreiding Hofakker (OMV_2021188285) - Wijziging - Toepassen Gemeentewegendecreet. 2023_GR_00124 - Uitbreiding Hofakker (OMV_2021188285) - Wijziging - Toepassen Gemeentewegendecreet.

Motivering

Motivering


  • Rooilijnplan

 

Overeenkomstig artikel 12, §2 van het Gemeentewegendecreet kan de aanleg van een gemeenteweg met toepassing van artikel 31 van het Omgevingsvergunningsdecreet opgenomen worden in een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen. Dit op voorwaarde dat een rooilijnplan aan het aanvraagdossier wordt toegevoegd dat voldoet aan de vereisten van artikel 16, §2 van het Gemeentewegendecreet.

 

De aanvrager maakt gebruik van deze geïntegreerde vergunningsprocedure om naast de stedenbouwkundige handelingen zoals hierboven opgesomd, ook de aanleg van een nieuwe gemeenteweg met aanhorigheden aan te vragen. Daarbij wordt enerzijds een nieuwe gemeenteweg voorzien met aantakking op de Hofakker, naast het anderzijds doortrekken van de doorlopende straten Kapelwei, het Wirikske en de Hoge Bunder. 

 

Ook wordt ervoor geopteerd om de groene noordelijke zone in het rooilijnplan op te nemen, hetgeen bijgetreden kan worden. Hierdoor verkrijgt deze zone, zoals voorzien door het Gemeentewegendecreet, een openbare bestemming en maakt deze deel uit van de openbare weg in de ruime betekenis ervan. De gewenste publieke doorwaadbaarheid wordt hierdoor verzekerd. 

 

Tot slot wordt ook een brandweg voorzien met diverse paden voor traag verkeer, waarbij het traject van de brandweg thans gewijzigd is ten opzichte van de vorige projectinhoud. Zo zal de brandweg niet langer rechtstreeks aantakken op de Hofakker, parallel met de Ginhoven. In de plaats zal de brandweg aantakken op de nieuwe ontsluitingsweg die aansluit op de Hofakker en die loopt tussen Hofakker 26 en 22.

 

Gezien elk van de betrokken wegen en nieuwe wegenissen kwalificeren als een gemeenteweg in de zin van het Decreet Gemeentewegen, inclusief de brandweg gelet op het openbaar gebruik ervan door de trage weggebruikers (RvVb 20 mei 2021, nr. RvVb-A-2021-0993), dient de gemeenteraad hierover te oordelen.

 

Het aanvraagdossier bevat hiertoe een rooilijnplan dat voldoet aan artikel 16, §2 van het Gemeentewegendecreet en de actuele en toekomstige rooilijn omvat met een kadastrale tabel der getroffen percelen met weergave van de kadastrale gegevens van de getroffen percelen alsook hun eigenaars. 

 

Tevens passen de voorgenomen nieuwe wegen en groenzone in het kader van de realisatie van de bestemming van de gronden, welke overeenkomstig het gewestplan in woonuitbreidingsgebied en deels in woongebied gelegen zijn. Geen van de voorziene wegen werd bestemmingsmatig verankerd in een ruimtelijk uitvoeringsplan of een plan van aanleg.

 

Zodoende voldoet het rooilijnplan aan de vereisten van het Gemeentewegendecreet en is de voorwaarde om de geïntegreerde procedure te hanteren vervuld.

 

Het verkozen voorwerp van het rooilijnplan, met inbegrip van de publieke parkeerplaatsen, groenvoorzieningen langsheen de wegen en de openbare groenzone in het noorden, kan worden goedgekeurd. Daarbij voorziet de aanvrager de kosteloze overdracht van elk van de perceeldelen die binnen het rooilijnplan vallen, en waarvan de gemeente nog geen eigenaar is, waartoe een belofte wordt gevoegd. De aldus voorziene opname hiervan in het openbaar domein verdient de voorkeur en kan om die reden worden aanvaard. De overdracht naar de gemeente is voor nieuwe gemeentewegen aangewezen, zodat de eigendoms- en beheerstoestand in één hand verenigd is. Ook het Gemeentewegendecreet legt dit op als verplichte voorkeur voor wat de aanleg van nieuwe gemeentewegen betreft. Tot slot verzekert de overdracht van de openbare groenzone eveneens dat deze gevrijwaard zal kunnen worden van verdere bebouwing binnen dit WUG, met behoud van de toegekende openbare bestemming.

 

De voorziene opname in het openbaar domein kan worden goedgekeurd.

 

Tot slot wordt om die reden de waardevermindering van de gronden als gevolg van het rooilijnplan op 0 euro geraamd, gezien de volledige gronden binnen het rooilijnplan kosteloos aan de gemeente zullen worden overgedragen. Van enige minwaarde in hoofde van de eigenaars is zodoende geen sprake.

 

  • Doelstellingen en principes Gemeentewegendecreet

 

Niemand kan een gemeenteweg aanleggen, wijzigen, verplaatsen of opheffen zonder voorafgaande goedkeuring van de gemeenteraad. Het is de uitdrukkelijke bevoegdheid van de gemeente om de ligging en de breedte van de gemeentewegen op haar grondgebied vast te leggen in gemeentelijke rooilijnplannen, dit ongeacht de eigenaar van de grond. (RvVb 27 juni 2017, nr. A/1617/0983; RvVb 28 juli 2015, nr. A/2015/0439.)

 

Vervolgens bepaalt artikel 31 van het Omgevingsvergunningsdecreet dat de gemeenteraad zich uitspreekt over de ligging, breedte en de uitrusting van de gemeenteweg en de eventuele opname in het openbaar domein.

 

Wanneer de gemeenteraad zich dient uit te spreken over de “zaak der wegen”, spreekt zij zich uit over de ligging, breedte en uitrusting van de gemeenteweg, alsook over de eventuele opname in het openbaar domein. Zij beslist niet enkel over het tracé, maar ook over de keuze van wegverharding en bestrating, weguitrusting en nutsleidingen, aanleg van trottoirs, etc… (MvT, Parl.St. Vl.Parl. 2018-19, nr. 1847/1, 43; RvVb 17 december 2020, nr. A-2021-0433; RvS 7 november 2017, nr. 239.792; RvS 8 maart 2016, nr. 234.080.)

 

Zij spreekt zich ook uit over de ligging en breedte van de ontworpen weg, de breedte van de verharding, de ontsluitingsgraad en het aantal publieke parkeerplaatsen, riolering en de waterhuishouding op het openbaar domein.

 

Verwezen wordt in artikel 31 van het Omgevingsvergunningsdecreet naar de principes en doelstellingen uit het Decreet Gemeentewegen die gelden voor iedere wijziging aan het gemeentelijk wegennet:

 

“Artikel 3 

Dit decreet heeft tot doel om de structuur, de samenhang en de toegankelijkheid van de gemeentewegen te vrijwaren en te verbeteren, in het bijzonder om aan de huidige en toekomstige behoeften aan zachte mobiliteit te voldoen. Om de doelstelling, vermeld in het eerste lid, te realiseren voeren de gemeenten een geïntegreerd beleid, dat onder meer gericht is op: 

1° de uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau; 

2° de herwaardering en bescherming van een fijnmazig netwerk van trage wegen, zowel op recreatief als op functioneel vlak. 

 

Artikel 4 

Bij beslissingen over wijzigingen van het gemeentelijk wegennet wordt minimaal rekening gehouden met de volgende principes: 

1° wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang; 

2° een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd; 

3° de verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen; 

4° wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief;

5° bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. 

 

Navolgend wordt de voorziene aanleg van een gemeenteweg met groenzone getoetst aan deze principes en doelstellingen.

 

  • Algemeen belang

 

Overeenkomstig art. 4, 1° Decreet Gemeentewegen dienen wijzigingen van het gemeentelijk wegennet steeds ten dienste te staan van het algemeen belang. Daarbij dient aandacht uit te gaan naar de uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau en een fijnmazig netwerk van trage wegen.

 

De beoogde aanleg van een nieuwe ontsluitingsweg, met verlenging van enkele bestaande gemeentewegen (Kapelwei, Wirikske, Venwei en Hoge Bunder), en de aanleg van een brandweg met diverse trage verbindingen, wordt de ontsluiting van een residentiële ontwikkeling mogelijk gemaakt. Dit strekkende niet enkel tot het voordeel van de toekomstige inwoners van de voorliggende verkaveling, maar tevens van de inwoners van de Kapelwei, Venwei, Wirikske en Hoge Bunder aangezien de doorwaadbaarheid en toegankelijkheid van het binnengebied versterkt wordt. Het feit dat het project een privaat initiatief vormt, doet geen afbreuk aan de noodzaak van algemeen belang om woongebieden of hier een woonuitbreidingsgebied afdoende te ontsluiten.

 

Bijkomend voorziet de aanvraag samen met de nieuwe ontsluitingsweg, diverse trage doorsteken met nieuwe verbindingen voor voetgangers- en fietsverkeer. De voorgaande trage doorsteek tussen de Hofakker en de Ginhoven wordt niet langer voorzien, waarbij thans enkel via de Hofakker een ontsluitingsweg gecreëerd wordt. Niettegenstaande voorziet het binnengebied nog in verschillende trage doorsteken, waarbij de brandweg zelf tevens het karakter zal verkrijgen als trage verbinding, gelet dat de trage weggebruikers hiervan gebruik kunnen maken. De overdracht naar het openbaar domein verzekert het publiek karakter hiervan.

 

Het rooilijnplan dient bijgevolg enerzijds een verkeersveilige ontsluiting van dit gebied mogelijk te maken. Met anderzijds meerdere trage wegen en een groenzone die naar het openbaar domein wordt overgedragen. Aan deze groenzone wordt, door opname in het rooilijnplan, een publiek karakter toegekend zodat dit de omgeving en de doorwaadbaarheid ten goede kan komen.

 

Hierdoor blijft meer dan 3,5 ha gevrijwaard van bebouwing en kan de gemeente het fijnmazig netwerk verder versterken. Het aandeel van voor het publiek toegankelijke ruimte bedraagt 68% van de totale oppervlakte van het projectgebied (wegenis + noordelijke zone). 

 

Ook zal ten noorden van de site een brandweg worden voorzien die enkel toegankelijk is voor de hulpdiensten, waarbij echter tevens de trage weggebruikers hiervan gebruik kunnen maken. Daartoe blijkt uit het inplantingsplan dat de brandweer een voldoende toegang heeft tot het binnengebied, dit langs de Venwei, Wirikske, Kapelwei in het kader van de voorziene brandweg en langs de Hoge Bunder als doodlopende straat voor het gedeelte van de projectzone dat het verlengde uitmaakt van Hoge Bunder.

 

Zodoende wordt de ontsluitingsgraad verbeterd, wordt de benodigde riolering aangelegd, wordt de doorwaadbaarheid van het gebied verbeterd en wordt er voorzien in de aanleg van een netwerk van trage doorsteken, waarbij zoveel als mogelijk conflictsituaties vermeden worden. Zodoende draagt de aanvraag, wat de voorziene wegenissen betreft, bij aan de uitbouw van een veilig weggenet en het trage wegennetwerk. 

 

En staat de beoogde aanleg ten dienste van het algemeen belang.

  

  • Uitzonderingskarakter wijzigingen

 

Overeenkomstig art. 4, 2° Decreet Gemeentewegen is elke wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg een uitzondering, die gemotiveerd dient te worden.

 

Blijkens de memorie van toelichting bij het Decreet Gemeentewegen werd deze motiveringsverplichting in het leven geroepen, met het oog op de bescherming van de trage wegen, d.w.z. de wegen niet hoofdzakelijk bestemd voor gemotoriseerd verkeer, in het bijzonder de oude voetwegen opgenomen in de atlas der buurtwegen.

 

Hierbij wenste de decreetgever de ondoordachte opheffing van zulke trage wegen tegen te gaan, gezien hun belangrijke maatschappelijke en mobiliteitsfunctie.

 

In voorliggend geval moet echter worden vastgesteld dat de vergunningsaanvraag niet voorziet in de wijziging, verplaatsging of afschaffing van een gemeenteweg. In tegendeel er wordt juist een nieuwe gemeenteweg aangelegd, met aandacht voor voldoende publieke ruimte en trage verbindingen.

  

  • Verkeersveiligheid & ontsluiting

 

Overeenkomstig artikel 4, 3° van het Gemeentewegendecreet dienen bij de beslissingen omtrent de wijzigingen aan het gemeentelijk wegennet steeds de verkeersveiligheid in aanmerking te worden genomen. 

 

Betreffende de verkeersveiligheid wordt vooreerst verwezen naar hetgeen dienaangaande reeds uiteen werd gezet onder de titel ‘algemeen belang’. Hieruit is reeds gebleken dat voorliggend rooilijnplan dat voorziet in de aanleg van een ontsluitingsweg juist zal bijdragen tot de verkeersveiligheid en verkeersleefbaarheid. 

 

De mobiliteitstoets toont daarbij aan dat het verkozen scenario (gespreide ontsluiting) geen aanzienlijke negatieve effecten op de verkeersveiligheid genereert. Ook worden verschillende autoluwe en autovrije doorsteken voorzien voor traag verkeer. De bijkomende verkeersintensiteiten, louter bestemmingsverkeer, blijven beperkt.

 

Ten noorden van de bebouwde zone wordt een brandweg voorzien die enkel toegankelijk is voor de hulpdiensten en de trage weggebruikers. Hoewel de mogelijkheid bestaat dat de situatie zich voordoet dat een interventie vereist is op het ogenblijk dat trage weggebruikers zich op deze wegenis bevinden, is er voldoende ruimte beschikbaar zodanig geen conflictsituaties ontstaan. Bovendien wordt het trage wegverkeer gespreid over de verschillende doorsteken, waardoor de frequentie van dergelijke situaties zeer beperkt zal zijn.

 

Ook wordt de ontsluiting van aangrenzende percelen niet in het gedrang gebracht. Deze behouden allen de ontsluiting naar het openbaar domein via de bestaande wegen. Tot slot wordt het doodlopend karakter van de bestaande wegen behouden, zodat geen doorrijdend gemotoriseerd verkeer mogelijk is.

 

De verkeersveiligheid en ontsluiting van andere percelen wordt met de voorziene nieuwe gemeenteweg niet in het gedrang gebracht.

 

  • Actuele functie – toekomstige generaties

 

Overeenkomstig artikel 4, 5° van het Gemeentewegendecreet dient rekening te worden gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder hierbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij dienen tevens de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen te worden. 

 

De aanleg van een nieuwe ontsluitingsweg met bijzondere aandacht voor de veiligheid en het comfort van de zwakke weggebruiker, komt tegemoet aan een duurzame ontwikkeling voor toekomstige generaties waarbij verplaatsingen per fiets en te voet gestimuleerd worden. 

 

Deze maatregelen dragen bij aan een modal-shift ten voordele van voetgangers en fietsers en het minder gebruik van de auto. Dit alles draagt bij aan minder luchtverontreiniging en een gezondere verplaatsingswijze.

  

Openbaar onderzoek

 

Het tweede openbaar onderzoek met betrekking tot de omgevingsaanvraag voor stedenbouwkundige handelingen liep van 6 juli 2023 tot en met 4 augustus 2023. Er werden 101 bezwaarschriften, waarvan 92 identieke bezwaren, ingediend. 

 

Voorgeschreven is daarbij dat de gemeenteraad kennis neemt van deze bezwaren, om zich vervolgens uit te spreken over de bezwaren die handelen over de gemeentewegen.

 

De bevoegdheid van de gemeenteraad moet immers onderscheiden worden van deze van de vergunningverlenende overheid, hier het college van burgemeester en schepenen. Dit in die zin dat deze bevoegdheid zich beperkt tot hetgeen hierboven uiteen gezet is, zonder zich te kunnen uitspreken over de vergunningsaanvraag en -aspecten zelf.

 

De bezwaarschriften die betrekking hebben op de aspecten met betrekking tot de gemeentewegen, zullen gemotiveerd behandeld worden. Bezwaren die betrekking hebben op aspecten inzake de vergunningverlening, zullen door het college van burgemeester en schepenen als vergunningverlenende overheid behandeld dienen te worden. 

 

  1. Mobiliteit

 

  • Het bezwaar waarin de vrees wordt geuit dat een toename van het autoverkeer volledig door de huidige bewoners zal worden gedragen. Bezwaarindieners vragen om de twee fietsdoorsteken om te vormen tot volwaardige straten, opdat ze als ontsluitingswegen voor de toekomstige bewoners van de nieuwe wijk  kunnen dienen. Bezwaarindieners vragen om de nieuwe woningen apart te ontsluiten.  

    Allereerst zou een omvorming van de fietsdoorsteken tot ontsluitingswegen een afbreuk doen aan de verkeersveiligheid van de zwakke weggebruiker. Hierbij moet worden vastgesteld dat op basis van een mobiliteitstoets een toename van het autoverkeer weldegelijk door de bestaande weginfrastructuur kan worden gedragen. 

 

Door in een verspreide ontsluiting te voorzien van het volledige gebied, wordt geen van de bestaande wegen overbelast. Het volledig afscheiden en voorzien van een afzonderlijke ontsluiting van het gebied zonder de bestaande wegen in te schakelen, zou betekenen dat het volledige gebied langs één van deze wegen zou ontsluiten hetgeen niet aangewezen is, en ook de nodige verkeersconflicten met zich meebrengt. 

 

De mobiliteitstoets toont daarbij aan dat dit de verkeersveiligheid niet ten goede komt, met veel meer conflicten voor het gemotoriseerd verkeer tot gevolg en aldus een afbreuk aan de verkeersveiligheid van o.m. de trage weggebruikers.

 

Tot slot merken andere bezwaarindieners op dat het openstellen van de fietsdoorsteken voor gemotoriseerd verkeer net niet aangewezen is. Hetgeen kan worden bijgetreden vanuit de verkeersveiligheid voor de trage weggebruikers. 

 

Het bezwaar kan bijgevolg niet bijgetreden worden.

 

  • Het bezwaar dat stelt dat de gemeentewegen getuigen van een slechte mobiliteit, dat wanneer een zijde geblokkeerd wordt door bijvoorbeeld een ongeval, dat dit tot gevolg heeft dat de gehele straat geblokkeerd wordt.

 

Zoals eerder besproken maken de betrokken gemeentewegen doodlopende straten uit, waarbij er bewust voor geopteerd is om deze straten doodlopend te houden, zodanig het verkeer te beperken tot gemotoriseerd verkeer. 

 

Indien toch beoogd zou worden om een ontsluiting te voorzien voor de doodlopende gemeentewegen, komt de verkeersveiligheid van de trage weggebruikers in het gedrang aangezien zij net gebruik kunnen maken van de trage doorsteken die zich nu in het project bevinden. 

 

Indien voorzien wordt in een ontsluiting, een circulatie, zal er tevens niet langer sprake zijn, of toch althans veel beperkter, van een gespreide ontsluiting hetgeen nochtans vooropgesteld wordt in de mobiliteitstoets als de meest gunstige wijze van ontsluiting, gelet op de verkeersveiligheid en de mogelijke conflictsituaties.

 

Daarenboven, toont de bezwaarindiener niet aan dat deze problematiek zich vaak opdringt, waardoor ook niet concreet aangetoond wordt dat dit een probleem zou uitmaken, immers is dit eigen aan het karakter van een doodlopende gemeenteweg.

 

Het bezwaar kan bijgevolg niet bijgetreden worden.

 

  • Het bezwaar waarin gesteld wordt dat er een advies aan de politie gevraagd had moeten worden, aangezien er voorzien wordt in de aanleg en aanpassing van gemeentewegen, hetgeen een invloed heeft op de veiligheidsverplichting die de politie uitoefent.

     

De gemeenteraad wenst erop te wijzen dat er in het Decreet Gemeentewegen geen verplichting is om het advies in te winnen bij de politie alvorens een beslissing te nemen aangaande de “zaak van de wegen”.

 

Uit de voorliggende informatie blijkt immers ruim uit de mobiliteitstoets, het inplantingsplan, het rooilijnplan en de MER-screening dat de verkeersveiligheid gediend wordt met voorliggend wegenisontwerp. De verkeersveiligheid wordt gegarandeerd.

 

Betreffende flankerende maatregelen waarvoor de politie bevoegd is, zoals het opleggen van een snelheidslimiet, de handhaving van overtredingen en het uitoefenen van toezicht op de gemeentewegen, behoort niet tot de bevoegdheid van de gemeenteraad aangaande de “zaak van de wegen”.

 

Het bezwaar kan bijgevolg niet bijgetreden worden.

 

  • Het bezwaar waarin gesteld wordt dat ter hoogte van de infiltratiebekkens gelegen in de noordelijke groenzone een afsluiting of andere maatregelen vereist is om verdrinkingsgevaar tegen te gaan.

 

Bufferbekkens zijn een vaak gebruikte en goede oplossing om overstromingen te vermijden. Dergelijke bufferbekkens worden doorgaans niet afgesloten voor het publiek. Ook beken, vijvers en andere waterelementen worden niet afgesloten voor het publiek. 

 

Overwegende dat er een bakkenstructuur aangebracht wordt aangaande de infiltratiebekkens, afhellende richting Ginhoven. Daarbij wordt voorzien in een overstortstructuur van ongeveer 75 centimeter.

 

Gelet op de inplanting van de infiltratiebekkens naast de brandweg en verwijderd van het verkeer, lijkt er aldus reeds een klein risico te bestaan dat er zich gevaarlijke situaties voordoen, temeer aangezien infiltratiebekkens niet steeds zullen volstaan, temeer doordat er een overstortbak constructie aanwezig is.

 

Hoewel de overstort plaatsvindt op een waterstand van ongeveer 75 centimeter hoogte, zal in de infiltratiebekkens zelden tot nooit gedurende een langere tijd een dergelijke waterstand aanwezig zijn.

 

Indien de noodzaak zou rijzen om toch flankerende maatregelen te nemen, zullen deze genomen worden ten gepaste tijde en op evenredige wijze. 

 

Het bezwaar kan bijgevolg thans niet bijgetreden worden.

  

  • Het bezwaar dat stelt dat een verkeerstoename voornamelijk de Akkerstraat en het stuk tussen Hofakker en Venwei zal treffen, waardoor deze straten zullen worden overbelast. Bovendien wordt er onvoldoende rekening gehouden met de toekomstige ontwikkelingen.


Bezwaarindieners menen dat de verkeerslast niet evenredig wordt verdeeld. Opnieuw dient te worden verwezen naar de mobiliteitstoets uitgevoerd door Buro Move, waaruit blijkt dat het verkozen ontsluitingsscenario niet tot een disproportionele belasting zal leiden van de bestaande weginfrastructuur. 

 

Uit de mobiliteitstoets blijkt dat ook de Akkerstraat voldoende ingericht is om dit bijkomende bestemmingsverkeer te verwerken. De inrichting voor één- of tweerichtingsverkeer zal geen significante impact kennen. 

 

Bovendien blijkt ook niet dat door de ontsluitingsweg te voorzien aan Hofakker 24, dat er daarbij een onvoorziene druk zou ontstaan op de Hofakker en bij uitbreiding op het verkeerspunt Hofakker – Gildenlaan. 

 

Uit de mobiliteitstoets die deel uitmaakt van het aanvraagdossier blijkt dat de verkeerstoename gegenereerd door dit project slechts beperkt zal zijn, waardoor moeilijk ingezien kan worden in welke mate er “onvoldoende” rekening gehouden is met andere toekomstige ontwikkelingen wanneer voorliggende ontwikkeling slechts een beperkte impact heeft.

 

Uit de mobiliteitstoets blijkt immers dat er een lichte wachtrijvorming is ter hoogte van het kruispunt Gildenlaan – Kloosterstraat – Dorpstraat, zonder dat er een noemenswaardige verhindering bestaat voor de verkeersdoorstroming.


Het bezwaar kan bijgevolg niet bijgetreden worden.

 

  • Het bezwaar tegen de ontsluiting langsheen Hofakker 24, met voorstel om dit naast Hofakker 32 te voorzien. 

 

De keuze voor de ontsluiting komt in eerste instantie de aanvrager toe, waarna de gemeenteraad dient te beoordelen of zij aanvaardbaar is. De thans voorziene aantakking op de Hofakker bevindt zich ongeveer in het verlengde van de Gildenlaan en sluit aan bij de vandaag bestaande trage doorsteek tussen de Venwei en de Hofakker. Een verschuiving van de aantakking meer naar het noorden is niet aangewezen. 


Het bezwaar kan bijgevolg niet bijgetreden worden.

 

  • Het bezwaar dat vraagt om de ontsluitingsweg via Hofakker 24 te schrappen. Bijkomend meent bezwaarindiener dat het nieuw aan te leggen asymmetrisch kruispunt een moeilijke verkeersknoop met zich mee zal brengen.    

    Om de gewenste maximale spreiding te bekomen en de bestaande wegen niet te zwaar te belasten, is een bijkomende aantakking op de Hofakker aangewezen. Gezien het gebruik beperkt zal blijven tot louter bestemmingsverkeer terwijl het merendeel van de woningen via de overige straten zal ontsluiten, valt op dit nieuwe kruispunt geen verkeersknoop te verwachten.

 

Het bezwaar kan bijgevolg niet bijgetreden worden.

 

  • De bezwaren waarin een alternatieve ontwikkeling (met alternatieve ontsluiting) van de projectsite wordt voorgesteld.    

    Diverse bezwaarindieners stellen alternatieve ontsluitingen voor, telkens om de eigen straat te ontlasten. De bezwaarindieners schermen daarbij dat het voorgestelde alternatief gedragen zou worden door alle partijen, doch is het in eerste instantie aan de aanvrager om zijn beoogde visie voor het projectgebied te bepalen en uiteen te zetten. Als gemeenteraad zijn wij gehouden tot een beoordeling aangaande de “zaak der wegen”, waarbij opgemerkt moet worden dat de gevoegde mobiliteitstoetsen afdoende alternatievenafweging bevat.

 

Als zodanig zorgt het voorliggende scenario voor een redelijke verdeling van de verkeersbewegingen, voor een goede bescherming van de verkeersveiligheid en voor een verbetering van de ontsluiting en doorwaadbaarheid van het gebied. Als zodanig worden geen van de betrokken gemeentewegen disproportioneel belast, noch blijkt dat de voorliggende wegenisligging niet past binnen de principes en doelstellingen va het Decreet Gemeentewegen.

 

Niettegenstaande is de gemeenteraad niet bevoegd om rekening te houden met omstandigheden die zich afspelen buiten de beoordeling over de “zaak van de wegen”.

 

Het bezwaar kan bijgevolg niet bijgetreden worden.

 

  • Het bezwaar dat het advies van de hulpverleningszone Rand niet integraal gevolgd wordt.

 

Bezwaarindiener baseert haar kritiek op het voorgaande brandweerverslag dat dateert van 17 februari 2023, en niet op basis van het meest recente bandweerverslag van 17 juli 2023. Hoewel bezwaarindiener haar kritiek baseert op een verouderd brandweerverslag, merken wij op dat de inhoud van het nieuwe brandweerverslag, behoudens één voorwaarde, gelijklopend is. Als zodanig wordt de kritiek van de bezwaarindiener behandeld alsof deze betrekking zou hebben op het recentste brandweerverslag voor de punten die ook opgenomen werden in het brandweerverslag van 17 februari 2023.

 

Het advies van de hulpverleningszone van Zone Rand van 17 juli 2023 werd laattijdig opgeladen op het omgevingsloket. Vastgesteld dient dat dit advies relevant is en zorgvuldig is opgesteld, zodat hiermee rekening wordt gehouden. 

 

Uit het gunstig advies van de hulpverleningszone van Zone Rand van 17 juli 2023 blijkt dat de toegankelijkheid van het binnengebied gevrijwaard kan worden voor de hulpdiensten en de normering inzake de draaicirkels nageleefd wordt, doch worden hieraan enkele voorwaarden gekoppeld, waaronder:

 

  • Ter hoogte van de loten 55-56 en 78/79 (hier is wel grasdalverharding voorzien) dient gekeerd te kunnen worden;
  • Het kruispunt thv lot 6, 8 en 9 voorzien van draaicirkels 11-15m komt de bereikbaarheid ten goede. Ditzelfde geldt voor de aansluiting van de Venwei en de brandweg (binnenkant thv lot 13).

 

De gemeenteraad dient hierbij op te merken dat bezwaarindiener kan bijgetreden worden gelet het van uiterst belang is dat de verkaveling, en de gemeentewegen, voorzien in een voldoende beschikbaar- en toegankelijkheid voor de hulpdiensten, zodanig op kordate wijze ingegrepen kan worden indien vereist.

 

Echter dienen wij het advies van de hulpverleningszone bij te treden wanneer de toegankelijkheid en bereikbaarheid in vraag gesteld wordt, temeer op sommige plaatsen de hulpdiensten niet beschikken over een keermogelijkheid hetgeen interventies kan bemoeilijken.

 

Bijgevolg zal de gemeenteraad de geuite opmerkingen door de brandweer in acht nemen en deze opnemen als voorwaarde bij voorliggend gemeenteraadsbesluit, in toepassing van artikel 31, §1, tweede lid, van het Omgevingsvergunningsdecreet, waarbij dit opgenomen dient te worden bij de vergunning overeenkomstig artikel 71, tweede lid, van het Omgevingsvergunningsdecreet.

 

Daarbij menen wij dat door deze voorwaarde op te leggen niet geraakt wordt aan de rechten van derden, aangezien de beoogde aanpassingen zich zullen beperken tot het toekomstig openbaar domein, gelegen binnen de vastgestelde rooilijnbreedte, en de loutere inrichting betreft. (RvVb 13 maart 2018, nr. A/1718/0630.)

 

Bovendien zijn deze aanpassingen niet essentieel van aard, aangezien de rooilijnen ongewijzigd blijven doch een minimale aanpassing dient te gebeuren aan de inrichting van de wegenis. 

 

Het bezwaar is gegrond en de voorwaarden worden mee opgenomen.

 

  • Het bezwaar dat de MER-screening niet-afdoende wordt onderbouwd op het vlak van mobiliteit.

    Naast een MER-screeningsnota bevat het aanvraagdossier eveneens een omstandige mobiliteitstoets. In de MER-screening wordt verwezen naar de mobiliteitstoets van studiebureau Buro Move., zodat er voldoende aandacht uitgaat naar de mobiliteitsimpact.

 

Het loutere feit dat bezwaarindieners zich niet kunnen vinden in de resultaten van deze mobiliteitstoets en de uiteindelijk door de vergunningsaanvrager gekozen ontsluiting(en) van de nieuwe ontwikkeling, toont niet aan dat het besluit van deze mobiliteitstoets – en bij uitbreiding de resultaten van de MER-screening – inhoudelijk onjuist zouden zijn.       

 

Bovendien is er geen sprake van een “onzorgvuldigheid” noch een kennelijke onredelijkheid doordat de MER-screening enerzijds stelt dat de nieuwe bewoners zullen instaan voor 85% van de verplaatsingen, terwijl er anderzijds daarbij nog steeds sprake is van een beperkt effect.

 

Uit de mobiliteitstoets en de MER-screening blijkt immers dat de betrokken gemeentewegen geenszins aan hun capaciteit zitten (maximaal ongeveer 12 %), waardoor er dan ook geen problemen inzake verkeersafwikkeling verwacht worden.


Het bezwaar kan bijgevolg niet bijgetreden worden.

 

  • Het bezwaar waarin wordt gesteld dat de mobiliteitstoets onvolledig en/of onzorgvuldig werd opgesteld. 


De mobiliteitstoets werd uitgevoerd door Buro Move een onafhankelijk studiebureau gespecialiseerd en erkend als MER-deskundige. Bijgevolg kan ervan uit worden gegaan dat aan deze studie een objectief en onafhankelijk onderzoek is voorafgegaan, wat ook uitdrukkelijk in de studie wordt vermeld. De eigen mobiliteitstoets/ontsluitingsstudie die bij de bezwaren wordt bijgebracht kan geen afbreuk doen aan de betrouwbaarheid van de mobiliteitstoets in het dossier. Niet aangetoond wordt dat de in het aanvraagdossier gevoegde studie foutief zou zijn.


Het bezwaar kan bijgevolg niet bijgetreden worden.

 

  • Het bezwaar om een verkeersplateau aan te leggen op de nieuwe ontsluitingsweg.

 

Er worden geen verkeersplateaus voorzien op de nieuwe ontsluitingsweg. Indien de noodzaak zou rijzen om toch flankerende maatregelen te nemen, zullen deze genomen worden ten gepaste tijde en op evenredige wijze. 

 

Het bezwaar kan bijgevolg thans niet bijgetreden worden.

 

  • Het bezwaar waarin de verkeersveiligheid in het algemeen wordt gehekeld.

    De aanvrager brengt een mobiliteitstoets bij waaruit blijkt dat er geen aanzienlijk negatieve effecten met betrekking tot verkeersveiligheid verwachten worden ten gevolge van de beperkte bijkomende verkeersstromen. 

 

Deze conclusie is gebaseerd op volgende overwegingen: er zijn talrijke autoluwe en autovrije zachte doorsteken voor fietsers en voetgangers voorzien, vrachtwagens beschikken over ruime keermogelijkheid, er wordt geen zoekverkeer verwacht en de bijkomende verkeersintensiteiten liggen ruim onder de grenswaarden voor de capaciteit in functie van verkeersveiligheid. Indien de noodzaak zou rijzen om toch flankerende maatregelen te nemen, zullen deze genomen worden ten gepaste tijde en op evenredige wijze. 

 

Het bezwaar kan bijgevolg thans niet bijgetreden worden.

 

  • Het bezwaar waarin de afstand tot scholen wordt gehekeld in het kader van de verkeersveiligheid.

    De aanvrager brengt een mobiliteitstoets bij waaruit blijkt dat er geen aanzienlijk negatieve effecten met betrekking tot verkeersveiligheid worden verwacht. Uit de MER-screening blijkt dat er geen negatieve invloed op gevoelige locaties is. Aan het nabij gelegen gemeentepark bevindt zich een school, terwijl de projectsite aansluit bij de bestaande woonverkavelingen.

 

Het bezwaar kan bijgevolg niet bijgetreden worden.

 

  • Het bezwaar waarin het gebrek aan voet- en fietspaden wordt gehekeld.


De aanvrager brengt een mobiliteitstoets bij waaruit blijkt dat het project zal bijdragen aan een betere bereikbaarheid van de hele wijk voor fietsers en voetgangers omwille van de talrijke autoluwe voetgangers- en fietsdoorsteken. Deze fiets- en wandelpaden werden ook duidelijk ingetekend op de bijgebrachte, te vergunnen plannen. Het volledige binnengebied zal doorwaadbaar zijn voor voetgangers en fietsers. Bijgevolg zijn er voldoende voorzieningen voor zwakke weggebruikers. 

 

Ook zijn de straten dermate autoluw ingericht, waardoor deze veilig zijn voor fietsers en voetgangers. Een afzonderlijk gescheiden voet- of fietspad is gezien deze kenmerken niet noodzakelijk.

 

Het bezwaar kan bijgevolg niet bijgetreden worden.

 

  • De langere wegen zullen leiden tot hogere snelheden en dus negatieve milieueffecten.

    De aanvrager brengt een mobiliteitstoets bij waaruit blijkt dat er geen aanzienlijke effecten met betrekking tot de luchtkwaliteit worden verwacht vanwege de bijkomende verkeersemissies. De snelheid is op heden reeds beperkt tot 50 km per uur. Voor dergelijke ontsluitingswegen voor louter bestemmingsverkeer wordt geen overdreven snelheid verwacht, waarbij de verlenging van de bestaande wegen beperkt is. De voorziene overdracht naar het openbaar domein maakt dat dit verkeersmatig geëvalueerd kan worden om via verkeersmaatregelen (bvb. snelheidsremmers) in te grijpen indien nodig. Daarbij dient opgemerkt te worden dat het bestuur lid is van de coalitie van 30 waarbij een lagere snelheid in de bebouwde kom wordt nagestreefd. Ook is er een lopende mobiliteitsstudie die suggereert om wijken in een zone 30 te leggen. 

 

Het bezwaar kan bijgevolg thans niet bijgetreden worden.

 

2. Parkeren

 

  • Het bezwaar waarin de bereikbaarheid van de nieuw aan te leggen parkeerclusters via de reeds bestaande wegen en de verkeersbelasting wordt gehekeld.          

    Het bezoekersparkeren wordt op verschillende plaatsen voorzien, zodat deze eenvoudig bereikbaar zijn. De bestaande wegen zijn voldoende uitgerust om de bijkomende verkeersmobiliteit te dragen. De huidige doodlopende straten moeten weinig verkeer opvangen zodat de bijkomende mobiliteit via de bestaande wegenis kan worden opgevangen zonder de verkeersdoorstroming in het gedrang te brengen. De bestaande doodlopende straten blijven doodlopend. 

 

De aanvrager brengt een objectieve en zorgvuldige mobiliteitstoets bij waaruit blijkt dat er ingevolge de beoogde ontsluiting geen negatieve mobiliteitsimpact wordt verwacht. In deze mobiliteitstoets werden maar liefst vier ontsluitingsscenario’s beoordeeld. De gespreide ontsluiting werd onderzocht en geniet de voorkeur volgens deze mobiliteitstoets. Aangezien de verkeersafwenteling via verschillende straten wordt gespreid, blijven de bijkomende bewegingen per straat relatief beperkt en ontstaat hierdoor alleszins geen onaanvaardbare mobiliteitsimpact. 

 

Ook volgens de studie worden er geen significante effecten op de capaciteit van de bestaande straten in functie van de verkeersleefbaarheid en – veiligheid verwacht ten gevolge van de bijkomende verkeersgeneratie. Er wordt bovendien een positieve impact verwacht voor de bereikbaarheid van huisvuilophaling, urgentievoertuigen en verhuiswagens. Dat andere alternatieven of tegenvoorstellen niet zouden zijn onderzocht, beïnvloedt de beoordeling van het huidige wegenistracé niet. 

 

Het bezwaar kan bijgevolg niet bijgetreden worden.

 

  • Het bezwaar waarin het aantal parkeermogelijkheden en de inrichting van parkeerclusters wordt gehekeld.

    De aanvrager brengt een mobiliteitstoets bij waaruit blijkt dat er ruim voldoende parkeercapaciteit op het eigen terrein wordt voorzien om de verwachte parkeerbehoefte, zowel van bewoners als van bezoekers, op te vangen. 

 

Het bezwaar kan bijgevolg niet bijgetreden worden.

 

3. Groen
 

  • Het bezwaar waarin het gebrek aan groene zones en de centralisatie wordt gehekeld.

    Meer dan de helft van het woonuitbreidingsgebied (3,5 ha) zal definitief worden behouden als publieke groene open ruimte en zal door de gemeente worden ingericht als groene zone. Dit is een aanvaardbaar ruimtegebruik. Dat de groenzone zich niet tussen de woningen bevindt maar gecentraliseerd rondom het project wordt is een bewuste keuze van de aanvrager die de goede ruimtelijke ordening niet in het gedrang brengt. Tevens blijkt uit het beplantingsplan dat ook groeninrichtingen (bomen, plantsoenen, hagen) worden voorzien langsheen de ontsluitingswegen. 

 

Het bezwaar kan bijgevolg niet bijgetreden worden.

           
 

  • Het bezwaar waarin wordt gevraagd of een vrije gemeentegrond kan worden gebruikt als groenzone naast de dreef. 

 

Het bezwaar maakt niet duidelijk over welk stuk grond het gaat. De zone naast de dreef wordt als publieke groenzone ingericht. 

 

Het bezwaar kan bijgevolg niet bijgetreden worden.

 

  • Het bezwaar inzake het onderhoud van de groene zone.            

    Het Gemeentewegendecreet voorziet dat het beheer en dus onderhoud van de gemeentewegen aan de gemeente toekomt. Ook de groene zone wordt mee opgenomen als aanhorigheid bij de nieuwe wegen en trage doorsteken, met overdracht ervan aan de gemeente. Het onderhoud is op die manier verzekerd.

 

Het bezwaar kan bijgevolg niet bijgetreden worden.

 

4. Water

 

  • Het bezwaar inzake de aanleg van een vijver op het hoogste deel van de wijk en het risico op overstromingen.
     

In de groenzone zijn een aantal infiltratiebekkens voorzien. Deze zone ligt lager dan de te ontwikkelen zone. Deze bekken veroorzaken redelijkerwijze geen overstromingsgevaar, temeer nu het project niet in overstromingsgevoelig gebied ligt behoudens een klein gedeelte aan de linkerzijde van het project, waarvoor tevens een compensatiebuffer aangelegd wordt. Deze zijn ook verbonden met een overstortsysteem waardoor deze niet kunnen overstromen.

 

Het bezwaar kan bijgevolg niet bijgetreden worden.

 

  • Het bezwaar inzake de waterhuishouding waarbij verkeerde data gebruikt zou zijn.

 

De waterhuishouding werd geanalyseerd en beoordeeld door Proflex, een onafhankelijk studiebureau. Bijgevolg kan ervan uit worden gegaan dat aan deze studie een objectief en onafhankelijk onderzoek is voorafgegaan. 

 

Hoewel bezwaarindieners stellen dat er verkeerde data gebruikt zou zijn, wordt dit niet nader toegelicht noch nader beargumenteerd.

 

Het bezwaar kan bijgevolg niet bijgetreden worden.

  

5. Diverse

 

  • Het bezwaar waarin wordt gesteld dat werfverkeer via de bestaande wegen moeilijk tot niet tot aan het projectgebied zal geraken. Een bezwaarindiener meent dat wegenis onwettig is wegens een strijdigheid met de goede ruimtelijke ordening.      

    De bestaande wegenis is voldoende uitgerust. Er zullen effecten zijn, maar die worden als niet aanzienlijk beschouwd en er worden milderende maatregelen geformuleerd. 

 

De last die men zal ondervinden door het werfverkeer zal tijdelijk van aard zijn, waarbij zoveel als mogelijk getracht wordt om deze hinder te beperken. De omstandigheid dat bezwaarindiener een situatie waargenomen heeft dat de gehele Akkerstraat geblokkeerd werd voor werkzaamheden aan een huis, betekent nog niet dat dit ook zo steeds het geval zal zijn bij het werfverkeer tot realisatie van het project.

 

Het bezwaar kan bijgevolg niet bijgetreden worden.

 

  • Het bezwaar dat het Wirikske de lasten die de werken met zich mee zullen brengen niet kan dragen. De werken zullen hinder met zich mee zullen brengen. Al het werfverkeer zal moeten in- en uitrijden langs Hofakker en Gildenlaan.  

 

In de aanlegfase zijn er enkele mogelijke effecten ten gevolge van het werfverkeer. Bij de aanleg van de wegenis en de riolering zal het werfverkeer een piek kennen. Schatting: 5 tot 10 vrachtwagenbewegingen per dag gedurende 6 maanden. Omwille van de relatief zeer beperkte aantallen vrachtwagenbewegingen en de korte duur van de werkzaamheden, worden geen aanzienlijke effecten verwacht. 

 

Het bezwaar kan bijgevolg niet bijgetreden worden.

 

  • Het bezwaar waarin wordt gehekeld dat de rust in de wijk zal worden verstoord door een toename van het gemotoriseerd verkeer en een toename van de geluidshinder.

    De aanvrager brengt een mobiliteitstoets bij waaruit blijkt dat er geen aanzienlijke effecten met betrekking tot de geluidshinder worden verwacht ten gevolge van de bijkomende verkeersemissies. 

 

Het bezwaar kan bijgevolg niet bijgetreden worden.

 

  • Het bezwaar waarin wordt aangehaald dat de aanplanting van nieuwe bomen een negatieve impact op de productie van bestaande zonnepanelen zal hebben.


De bezwaarindiener specificeert niet op welke manier de nieuw aan te planten bomen een invloed op zonnepanelen zouden hebben, zodat dit bezwaar niet dienstig kan worden beoordeeld. 

 

Het bezwaar kan bijgevolg niet bijgetreden worden.

 

  • Het bezwaar waarin aangehaald wordt dat de verplaatsing van de brandweg, het voorzien van meer buffercapaciteit voor (hemel)water en enkele technische aanpassingen aan de wegen, wijzigingen zijn die het algemeen belang en de leefbaarheid van de buurt onvoldoende garanderen.

 

Het vergroten van de buffercapaciteit voor (hemel)water dient wel degelijk het algemeen belang, en de leefbaarheid, aangezien de betrokken zone gelegen is in pluviaal overstromingsgevoelig gebied waardoor bijkomende maatregelen inzake de waterhuishouding zich aandienen.

 

Bovendien wordt door de verplaatsing van de brandweg voorzien in een gesloten circulatiesysteem waarbij de brandweer langs de Venwei, Kapelwei, Het Wirikske de verkaveling kan binnen- en buitenrijden. Wat betreft het gedeelte van de verkaveling, gelegen in het verlengde van Hoge Bunder kan de brandweer dit gedeelte van de verkaveling binnen- en buitenrijden via Hoge Bunder als doodlopende straat. Op deze manier dienen de hulpdiensten niet langsheen de Hofakker toegang te nemen, noch wordt hiermee afbreuk gedaan aan de beschermde Ginhoven. Bovendien zorgt dit ervoor dat de hulpdiensten nu langsheen de Venwei naar rechts kunnen afdraaien en zo de andere gedeelten van de verkaveling kunnen bereiken.

 

Het bezwaar kan bijgevolg niet bijgetreden worden.

 

6. Breedte en uitrusting

 

  • Het bezwaar waarin wordt gehekeld dat private wegen te smal zijn en tot discussies over beheer en het gebruik en politionele bevoegdheid zullen leiden. Gevraagd wordt om alle wegen openbaar te maken.    

    De aanvraag voorziet in de aanleg van meerdere openbare (gemeente)wegen. Er worden aldus geen private wegen aangevraagd, zodat er bij uitbreiding geen discussies over het beheer, het gebruik en/of de politionele bevoegdheid kunnen ontstaan. Alle voorziene wegen worden overgedragen aan de gemeente en dus het openbaar domein. Het beheer van de nieuw aan te leggen gemeentewegen komt logischerwijze toe aan de gemeente. De aangevraagde wegenis/rijbaan heeft overal een breedte van minimaal 4,40 m. Deze wegenisaanleg volstaat alleszins voor kruisende (voertuig)bewegingen. Ook voor de hulpdiensten is de breedte voldoende. 

 

Het bezwaar kan bijgevolg niet bijgetreden worden.

.

  • Het bezwaar waarin de ontsluiting voor de brandweer in Hoge Bunder wordt gehekeld.

    De brandweerzone Rand heeft een gunstig advies verleend, waarbij niets vermeld staat over het al dan niet doortrekken van de brandweg naar de Hoge Bunder.

 

Aldus moet geacht worden dat er geen probleem aanwezig is inzake de toegang tot de Hoge Bunder.

 

Het bezwaar kan bijgevolg niet bijgetreden worden.

 

Voor zover in de bezwaren verder kritiek uitgeoefend wordt op aspecten aangaande de vergunningverlening (onvolledigheid dossier, densiteit, goede ruimtelijke ordening, bijstelling verkaveling, sloop woning, inplanting carports, hinderaspecten, …) dient opgemerkt te worden dat de beoordeling daarvan aan de vergunningverlenende overheid toekomt.

 

Het komt niet aan de gemeenteraad toe om zich hierover uit te spreken. De gemeenteraad kan enkel uitspraak doen over de zaak van wegen, zonder zich over de vergunningsaspecten te mogen buigen. 

 

Voor onderdelen die doorheen de behandeling van de bezwaren hierboven niet expliciet aan bod zijn gekomen, wordt verwezen naar het rooilijnplan, de mobiliteitstoets, de nota bij de wegen- en rioleringswerken, de beschrijvende nota en de plannen en het technische dossier zoals dit in de aanvraag begrepen zit. De voorgestelde uitrusting kan daarbij worden aanvaard.


Gelet op het voorwaardelijk gunstig advies zoals uitgebracht door Pidpa betreffende de waterdistributie op 30 mei 2022;

Gelet op het voorwaardelijk gunstig advies zoals uitgebracht door Telenet op 8 juni 2022;

Gelet op het voorwaardelijk gunstig advies zoals uitgebracht door Proximus op 24 juni 2022;

Gelet op het voorwaardelijk gunstig advies zoals uitgebracht door de hulpverleningszone Rand op 17 juli 2023:

Gelet op het voorwaardelijk gunstig advies van Pidpa van 17 augustus 2023 betreffende de riolering;

 

Gelet op het advies dat door Pidpa uitgebracht werd op 17 augustus 2023 en betrekking heeft op de waterhuishouding, waarbij enkele bijkomende voorwaarden opgelegd worden. Gezien de relevantie voor de beslissing over de “zaak der wegen” en gezien dit advies de meest actuele gegevens bevat vanwege de adviserende instantie, wordt hiermee rekening gehouden. 

 

De voorwaarden hebben ook betrekking op de infiltratie ten gevolge van de aanwezige verharding die aangelegd wordt, waarbij 2.664,88 m² van de openbare wegenis in betonstenen aangelegd worden en 1900,74m² waterdoorlatend aangelegd wordt. 

 

Uit het advies van Pidpa blijkt dat de wegenis maximaal aangelegd moet worden in waterdoorlatend materiaal, waarbij kolken of goten – als deze voorzien worden – in opstand geplaatst moeten worden, waarbij voor de niet-doorlatende verharding voldoende infiltratie en buffering voorzien moet worden.

 

Overwegende dat deze voorwaarden en opmerkingen van Pidpa de waterhuishouding ten goede komen en als zodanig leiden tot een goede afwikkeling van pluviaal en fluviaal water, waardoor de gemeenteraad zich aansluit bij dit advies en deze voorwaarden overneemt.

Juridische grond

Het Decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, in het bijzonder artikel 12, §2 dat voorziet dat de aanleg van een gemeenteweg met toepassing van artikel 31 van het Omgevingsvergunningsdecreet opgenomen kan worden in een vergunningaanvraag voor stedenbouwkundige handelingen.

Het Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, in het bijzonder artikel 31, §1 dat voorziet dat de gemeenteraad beslist over de aanleg van een gemeenteweg en zich uitspreekt over de ligging, breedte en de uitrusting van de gemeenteweg en de eventuele opname in het openbaar domein.

Relevante voorgeschiedenis, feiten en context

De omgevingsvergunningsaanvraag met kenmerk OMV_2021188285 werd door MATEXI PROJECTS NV, met maatschappelijke zetel te Artsen zonder Grenzenstraat 31, 2018 Antwerpen, & EVILLAS NV, met maatschappelijke zetel te Petrus Huysegomsstraat 6, 1600 Sint-Pieters-Leeuw, ingediend op 26 april 2022.

De aanvraag werd na het volledigheids- en ontvankelijkheidsonderzoek volledig en ontvankelijk verklaard op 25 mei 2022. 

In navolging hiervan werd een openbaar onderzoek georganiseerd van 31 mei 2022 tot en met 29 juni 2022. 

Door de gemeenteraad werd op 26 september 2022 een gedeeltelijke goedkeuring onder lasten gehecht aan het rooilijnplan dat gevoegd werd bij de omgevingsvergunningsaanvraag, alsook aan het technisch dossier van het wegenisontwerp met uiteenzetting aangaande de inrichting, uitrusting en ligging van de gemeentewegen. Door de gemeenteraad werden enkele lasten opgenomen in haar goedkeuringsbesluit.

Het college van burgemeester heeft in navolging van deze goedkeuringsbeslissing de aangevraagde omgevingsvergunningsaanvraag verleend op 31 oktober 2022 onder voorwaarden. 

Tegen deze omgevingvergunningsbeslissing van 31 oktober 2022 werden twee administratieve beroepen ingediend bij de deputatie van de provincie Antwerpen tegen de verleende omgevingsvergunning, dit door respectievelijk (i) dhr. Peter Beyers en (ii) mr. Sam Voet namens dhr. en mevr. Peter en Nathalie Haesaerts – Van den Eynde, mevr. Vera Vervoort, dhr. en mevr. Roger en Marleen Jochems – Pacquee, dhr. en mevrouw Jozef en Agnes Goetstouwers – Van Looveren, Joannes en Marie Jacobs – Nicolai, dhr. Adrien en mevr. Sonja Peeters – Laddyn, en dhr. en mevr. Pierre en Maria De Blick – De Bruyn.

 

Beide administratieve beroepen werden door de deputatie van de provincie Antwerpen ontvankelijk en volledig verklaard op 4 januari 2023.

Gelijktijdig met de voormelde administratieve beroepen tegen de omgevingsvergunningsbeslissing werd op grond van artikel 31/1, §1, van het Omgevingsvergunningsdecreet een administratief beroep ingesteld tegen de gemeenteraadsbeslissing van 26 september 2022 bij het Departement Mobiliteit en Openbare Werken. Ten gevolge van het instellen van dit beroep werden de lopende beslissingstermijnen in het kader van de administratieve beroepen tegen de omgevingsvergunningsbeslissing van rechtswege opgeschort, dit overeenkomstig artikel 66, §2/2 van het Omgevingsvergunningsdecreet.

Per ministerieel besluit van 10 april 2023 werd door de Vlaamse minister van Mobiliteit en Openbare Werken, mevr. Lydia Peeters, beslist om het ingediende administratieve beroep te verwerpen wegens de ongegrondheid daarvan, waarbij de gemeenteraadsbeslissing van 26 september 2022 behouden bleef.

Tijdens de lopende procedure in laatste aanleg verzocht de deputatie van de provincie Antwerpen het college van burgemeester en schepenen van Wuustwezel om binnen een termijn van 50 dagen een advies uit te brengen over de twee ingediende administratieve beroepen tegen de omgevingsvergunningsbeslissing. Deze termijn liep af op donderdag 23 februari 2023.


Het college van burgemeester en schepenen heeft haar advies uitgebracht op 21 februari 2023 waarbij de beoordeling van 31 oktober 2022 bijgetreden werd en waarbij enkele aandachtspunten vermeld werden. 

 

De vergunningsaanvragers, zijnde MATEXI PROJECTS NV & EVILLAS NV, dienden op 9 juni 2023 een gewijzigde projectinhoud in, hetgeen door de deputatie van de provincie Antwerpen aanvaard werd op 12 juni 2023. Betreffende de elementen die raken aan de gemeentewegen, werden volgende wijzigingen aangebracht:

  • Een deel van de brandweg ter hoogte van Ginhoven wordt uit het project geschrapt;
  • De mobiliteitstoets als onderdeel van de vergunningsaanvraag wordt geactualiseerd;
  • De werkzaamheden zullen thans in één fase uitgevoerd worden;

 

Gelet op deze aanpassingen werd door de deputatie van de provincie Antwerpen gevraagd aan de gemeenteraad van Wuustwezel om zich uit te spreken over de zaak van de wegen en een beoordeling te geven van de aanpassingen aan het lokaal wegennet. 

 

De gemeenteraad ontving dit verzoek van de deputatie op 17 juni 2023, waarbij de gemeenteraad beschikt over een termijn van zestig dagen om haar beoordeling over te maken. Daarbij merken wij op dat de termijnregeling van artikel 65, derde lid, van het Omgevingsvergunningsdecreet een termijn van orde betreft.

 

Gelet op de uitzonderlijke tijdsperiode wordt tijdens de maanden juli en augustus slechts 1 gemeenteraadszitting georganiseerd, zijnde op heden 29 augustus 2023. Bijgevolg was het niet mogelijk om een beslissing aangaande de “zaak van de wegen” te nemen op een vroeger tijdstip, dit mede gelet het openbaar onderzoek slechts afliep op 4 augustus 2023.

 

Immers voorziet het Omgevingsvergunningsdecreet niet uitdrukkelijk in een sanctieregeling indien deze termijn overschreden wordt. Het normdoel dat hieraan kleeft, zijnde het ter kennis brengen aan de deputatie van het standpunt van de gemeenteraad aangaande de “zaak van de wegen” voorafgaand aan het nemen van een beslissing, is bovendien vervuld, aangezien voorliggende beslissing genomen en ter kennis gebracht werd ruimschoots voor het einde van de beslissingstermijn.

 

De aanvraag gekend als OMV_2021188285 omvat volgende stedenbouwkundige handelingen:

 

  • Het bouwen van 80 woningen
  • Het bouwen van 73 bijgebouwen
  • De aanleg van een nieuwe wegenis
  • De sloop van een bestaande woning te Hofakker 24
  • Het uitvoeren van infrastructuurwerken

 

De aanvraag betreft een projectgebied te Wuustwezel dat volgens het gewestplan gelegen is in woonuitbreidingsgebied en een deel in woongebied. Het projectgebied is begrepen tussen de bestaande straten Ginhoven, Hofakker, Venwei, Kapelwei, Het Wirkske en Hoge Bunder (kadastraal gekend als Wuustwezel 1 ste Afd Sectie D, perceelnummers nr. 1003/b, 1003/c, 596/g, 596/h, 597/a, 188, 189/c, 189/d, 187/b, 187/c, 185/b, 186/p, 186/k, 182/p, 183/a, 201a/2, 596/a, 190/d, 200/w, 201/g2, 201/2c.

 

Het volledige gebied behelst een totale oppervlakte van om en bij de 6,8 ha. De voorliggende aanvraag omvat enerzijds de verdere invulling en afwerking van de aanpalende verkaveling en woonlinten met nieuwe geschakelde ééngezinswoningen op percelen met een beperkte oppervlakte. Anderzijds wordt een publieke groene ruimte voorzien die kosteloos aan de gemeente zal worden overgedragen.

 

De realisatie van dit woonproject zal niet langer gebeuren in twee fases, en zal slechts een fase betreffen.

 

Bij de voorliggende aanvraag wordt tevens een gewijzigd rooilijnplan opgenomen, opgesteld te dd. 31 maart 2023 door landmetersbureau Palmers + Stokmans BV. Dit rooilijnplan omvat de nieuwe wegenissen en de voorziene groene parkruimte, alsook de wijzigingen ten opzichte van de vorige ligging van de gemeentewegen. Bijgevolg omvat de vergunningsaanvraag de aanleg van een gemeenteweg, reden waarom de gemeenteraad gevat moet worden om hierover een beslissing te nemen.

 

De aanvrager voegt via het wijzigingsverzoek een gecorrigeerde belofte van gratis grondafstand van 17 april 2023 toe voor een over te dragen oppervlakte van 39.819,05 m². Dit gezien de vorige belofte met een materiële vergissing behept was en voor één perceel een foute oppervlakte overname. Het gaat om de percelen die voorzien worden als wegbedding en openbaar park, die in het openbaar domein zullen worden ingelijfd. De perceeldelen die nog niet in eigendom aan de gemeente toebehoren, worden kosteloos overdragen door de aanvrager zodat de publieke ruimte in totaal 46.313,09 m² zal bedragen.  

 

Het toekomstig openbaar domein wordt volgens verschillende profielen ingericht. Er worden 4 type-dwarsprofielen gedefinieerd in de nota bij het ontwerp van de wegen- en rioleringswerken. De nota wordt ook integraal als bijlage bij dit document gevoegd. Type 1 kent een totale breedte van 15,96 meter. Type 2 en 4 kennen een totale breedte van 9,00 meter. Type 3 kent een totale breedte van 7,00 meter.

 

Volgende materialisatie wordt beschreven:

Betreffende het wegprofiel met type 1:

  • Rijweg in betonstraatstenen 220/110/100 op steenslagfundering en onderfundering type II opgesloten met goot type IIE2; 
  • Dwarse parkeerstroken in grasbetontegels (met groeven) 12 cm dik op waterdoorlatende fundering en onderfundering opgesloten met boordsteen type ID1; 
  • Voetpadverharding in betonstraatstenen (220/220/80) op zandcementfundering opgesloten met boordsteen type ID4, afwaterend naar langsgelegen berm.

 

Betreffende het wegprofiel met type 2:

  • Rijweg in betonstraatstenen 220/110/100 op steenslagfundering en onderfundering type II opgesloten met goot type IIE2;
  • Langse parkeerstroken in grasbetontegels (met groeven) 12 cm dik op doorlatende fundering en onderfundering opgesloten met boordsteen type ID1;
  • Voetpadverharding in betonstraatstenen (220/220/80) op zandcementfundering opgesloten met boordsteen type ID4.

 

Betreffende de wegprofielen type 3 en type 4:

  • Secundaire ontsluitingen in waterpasserende betonstraatstenen 220/110/100 met open voeg op een infiltrerende fundering en onderfundering. 
  • De rijweg wordt opgesloten met boordsteen type IA en wordt centraal voorzien van een goot type IIE1 , ter noodafvoer. 

 

De fietspaden die voorzien worden, worden aangelegd in cementbetonverharding (20 cm dikte) op steenslagfundering. Waar nodig wordt naast verharding in het ontwerp voorzien in plasbermen om infiltratie te bevorderen.

 

Voor de ontwikkeling zal een nieuw gescheiden rioolstelsel dienen aangelegd te worden. Er wordt een gravitaire vuilwaterriolering (DWA) als een RWA stelsel in infiltrerende betonbuizen in combinatie met Infiltratiegrachten / bufferbekkens aangelegd. Er wordt gewerkt met een systeem van infiltratiegrachten ten noorden van het projectgebied, waarbij het hemelwater ter plaatse kan infiltreren. Water wordt zo als structurerend functioneel en esthetisch element verwerkt in het inrichtingsplan. Tevens wordt voorzien in de aanleg van een compensatiebuffer ter hoogte van Ginhoven, dit om tegemoet te komen aan het pluviaal overstromingsgevoelig karakter van een gedeelte van de beoogde verkaveling.

 

Ten noorden van het projectgebied zal het resterende woonuitbreidingsgebied overgedragen worden aan de gemeente, zodat hier een publieke groenzone kan worden ingericht. Hierdoor blijft meer dan 3,5 ha gevrijwaard van bebouwing. Op verschillende plaatsen waar de tuin of zijtuin grenst aan het openbaar domein en waar een perceel naast een parkeercluster ligt, krijgt de grens een haag, een haag met bloeiende accenten of een gemengde haag. Deze hagen bestaan uit minstens 50% groenblijvende soorten.

 

Ten noorden van de bouwzones, op de grens met het openruimtegebied, wordt een brandweg voorzien die enkel toegankelijk is voor de hulpdiensten, doch ook gebruikt kan worden door de trage weggebruikers. 

 

In de mobiliteitstoets, dewelke deel uitmaakt van huidige aanvraag, werd een specifieke en gedetailleerde ontsluitingsstudie uitgevoerd waarbij enkele ontsluitingsscenario’s onderzocht werden. Rekening houdend met de verkeersveiligheid en verkeersleefbaarheid in zowel de bestaande als nieuwe wijk, wordt er gekozen voor een gespreide ontsluiting via de reeds bestaande straten (Kapelwei, het Wirikske en Hoge Bunder) en een nieuwe ontsluitingsweg die uitkomt op Hofakker. 

 

De bestaande doodlopende gemeentewegen Kapelwei, Wirikske en de Hoge Bunder worden doorgetrokken, maar blijven doodlopend. De ontsluiting voor autoverkeer gebeurt via: 

 

1) Een nieuwe ontsluitingsweg in de Hofakker 

2) Kapelwei 

3) Het Wirikske 

4) Hoge Bunder 

 

Het spreiden van de toegangswegen zorgt voor een verdeling van de verkeersdruk op de aansluitende bestaande straten en laat toe om enkel bestemmingsverkeer aan te trekken en de buurt te ontzien van doorrijdend gemotoriseerd verkeer. 

 

De inrichting en materialiteit van de wegenis sluit aan bij de bestaande woonstraten. Net als in deze bestaande straten wordt er enkel de noodzakelijke verharding voorzien, aangevuld met zoveel mogelijk groen. Er is voor gekozen om de auto zoveel mogelijk uit het straatbeeld te houden. 

 

Er wordt derhalve gekozen voor parkeerclusters en parkeren op eigen perceel. Het bezoekersparkeren wordt direct opgevangen op verschillende plaatsen op het projectgebied (in totaliteit 43 plaatsen) zodat de parkeerplaatsen gemakkelijk bereikbaar zijn. Elke woning beschikt over 1 of 2 private autostaanplaatsen. Dit alles resulteert in een parkeerratio van 1,9 wagens /woonentiteit.

 

Thans komt het aan de gemeenteraad toe om zich uit te spreken over de voorziene aanleg van de nieuwe gemeenteweg en het daartoe bijgevoegde rooilijnplan.

 

Besluit

De gemeenteraad beslist:

Artikel 1

Kennis te nemen van de bezwaren en opmerkingen ontvangen tijdens het openbaar onderzoek en deze voor wat de zaak van de wegen betreft ontvankelijk en gedeeltelijk gegrond te verklaren.

Artikel 2

Goedkeuring te verlenen aan de aanleg van de gemeentewegen en groenzone zoals voorzien in de aanvraag, met inbegrip van de ligging, breedte en uitrusting ervan. 

Artikel 3

Goedkeuring te verlenen aan het rooilijnplan dd. 31 maart 2023 zoals gevoegd bij de omgevingsvergunningsaanvraag voor stedenbouwkundige handelingen met kenmerk OMV_2021188285 (gemeentelijk kenmerk 2022-SV-063).

Artikel 4

Volgende lasten aan deze beslissing te verbinden, ter opname in de eventuele vergunning:

  • De perceeldelen zoals begrepen binnen het rooilijnplan van 31 maart 2023 dienen volledig en kosteloos aan de gemeente te worden overgedragen op eerste verzoek, volgens volgende modaliteiten:
    1. De aanvrager legt een negatief bodemattest voor deze perceeldelen voor, afgeleverd door OVAM.
    2. De gronden worden vrij en onbelast afgestaan.
    3. De gronden worden bij akte overgedragen.
    4. De gronden worden overgedragen na oplevering van de aangelegde infrastructuur conform het bestek en aanvraagdossier en uiterlijk voorafgaandelijk aan de aanvang van de werken voor de bebouwing in fase 1.
    5. Alle kosten voor deze akte zijn ten laste van de aanvrager.
  • De openbare rioleringsinfrastructuur dient gratis te worden overgedragen aan PIDPA.
  • Voor aanvang van de infrastructuurwerken dient de aanvrager een borgstelling (of bankgarantie) te doen ten bedrage van 76.800 euro, zijnde (5 % x 1.535.652,26 euro = 76.782,61 euro, en afgerond 76.800 euro).

Artikel 5

Volgende voorwaarden aan deze beslissing te verbinden, ter opname in de eventuele vergunning:

  • Alle beplantingen dienen conform de bepalingen van het Veldwetboek te gebeuren;
  • Ter hoogte van de loten 55-56 en 78-79 dient een beperkte uitbreiding van de verharding voorzien te worden zodanig de hulpdiensten op deze plaatsen beschikken over een keermogelijkheid. Ter hoogte van de loten 55-56 dient de strook ten belope van 26,00 m verhard te worden gelegen aan Loten 55/56 en tegen perceelsgrens met perceel D201a2. Ter hoogte van de loten 78-79 dient aan weerszijden van de wegenis ter hoogte van lot 77 en 78 een bijkomende verhardingsstrook van 15,00 m aangebracht te worden, zodoende de keermogelijkheid te kunnen voorzien.
  • Het kruispunt ter hoogte van lot 6, 8 en 9 voorzien van draaicirkels van 11-15m komt de bereikbaarheid ten goede. Ditzelfde geldt voor de aansluiting van de Venwei en de brandweg (binnenkant ter hoogte van lot 13). In het ontwerp wordt de brandweg in het verlengde van de Venwei getekend, zodat de brandweer vanuit de Venwei rechtdoor de nieuwe ontwikkeling kan oprijden. 
  • De wegenis op het openbaar domein zal maximaal dienen uitgevoerd te worden in waterdoorlatende materialen. Indien er op dit gedeelte kolken of goten worden voorzien dienen deze in opstand geplaatst te worden. Voor het gedeelte in niet-waterdoorlatende verharding dient er voldoende infiltratie/buffering te worden voorzien.
  • Het DWA-stelsel zal worden aangelegd in gresbuizen diameter 250 mm aan 5 promille. Overal dient een minimale dekking van 0,5 m onder het maaiveld gewaarborgd te blijven.
  • Het RWA-stelsel zal worden uitgevoerd in poreuze betonbuizen diameter 400 en 500 mm aan een helling van 0,5 promille omhuld met zand en geotextiel.
  • De infiltratievoorzieningen komen uit in de open gracht langsheen Ginhoven via overstortconstructie O1. Deze heeft een knijpopening diam. 200 mm met een stop BOK 17.40+ en een OV-peil 17.80+. De debietbeperking dient te voldoen aan de regel 20l/s/ha.
  • De DWA-afvoer van loten 76 t.e.m. 80 zal worden aangesloten op de gemengde riolering van straat Hoge Bunder.
  • De DWA-afvoer van loten 57 t.e.m. 75 zal worden aangesloten op de gemengde riolering van straat Het Wirikske. 
  • De DWA-afvoer van loten 19 t.e.m. 56 zal worden aangesloten op de gemengde riolering van straat Kapelwei. 
  • De DWA-afvoer van loten 1 t.e.m. 18 zal worden aangesloten op de gemengde riolering van straat Venwei. 
  • De RWA-afvoer van loten 1 t.e.m. 24 m.u.v 18 wordt aangesloten via K1 naar een netwerk van infiltratievoorzieningen. 
  • De RWA-afvoer van lot 25 t.e.m. 33 en lot 18 worden aangesloten via K3 op het netwerk van infiltratievoorzieningen. 
  • De RWA-afvoer van lot 34 t.e.m. 69 worden via K4 aangesloten op het netwerk van infiltratievoorzieningen. 
  • De RWA-afvoer van lot 78 t.e.m. 80 wordt via K6 aangesloten op het netwerk van infiltratievoorzieningen.